South of the Border!
Bij wijze van uitzondering richt ik de blik eens niet op wat
er aan de overkant van de Atlantische oceaan gebeurt, maar blijf ik dichtbij
huis. Het zal u niet ontgaan zijn, dat er in België een regeringscrisis is
uitgebroken. De NVA heeft een belangrijk akkoord dat de premier namens de
regering wilde gaan ondertekenen in Marrakesh niet willen steunen en toen viel
de regering uit elkaar. Dat is op zich niets bijzonders. Ook bij ons haalden
b.v. de kabinetten van Barend Biesheuvel, Jo Cals en Joop den Uyl de eindstreep
niet.
Het parlement!
Bijzonder is dat plotseling het parlement groot gewicht werd
toegekend. De premier verklaarde dat hij de zaak zou voorleggen aan de volksvertegenwoordiging
en op basis van haar uitspraak het akkoord kon gaan ondertekenen. Anderen
verklaarden dat - juist omdat de regering er niet uitkwam - het correct was de
zaak aan het parlement voor te leggen. Let op de volgorde: eerst de regering en
desnoods het parlement. België is officieel een parlementaire democratie, maar
vaak wordt het betiteld als een particratie. Na de verkiezingen komen de partijvoorzitters
bijeen voor overleg over een nieuw te vormen regering. Daarna worden premier en
ministers aangewezen. Een partijvoorzitter heeft een drukke weektaak. Hij heeft
in Brussel voortdurend beschikbaar zijn voor overleg met voorzitters,
functionarissen en regeringsleden van andere partijen om de zaken op elkaar af
te stemmen. Hij moet natuurlijk ook van alles doen binnen zijn eigen partij. Alle
beslissingen van de regering worden zorgvuldig voorbereid op de ministeries en
komen dan in de kernregering aan de orde. Dat zijn de premier en zijn vicepremiers.
De minister van Verkeer en Waterstaat kan nog zulke mooie plannen hebben, als
hij niet wordt gesteund door zijn eigen partijgenoot in de kernregering, heeft
hij geen schijn van kans.
Eigen man/vrouw eerst
Waar een partijvoorzitter ook goed op let is de vraag of
zijn eigen mensen wel voldoende posten in het openbaar bestuur en binnen de
ambtelijke diensten krijgen. Wie in België iets wil bereiken bij de overheid
wordt lid van een politieke partij. Je bent dan onderdak bij b.v. christendemocraten,
liberalen, socialisten en dat helpt je carrière
krachtig vooruit. Toen een aantal jaren geleden de spoorwegen werden bestuurd
door een driemanschap, moest dat een trio uit drie verschillende partijen zijn.
Als de derde man/vrouw van het trio de infrastructuur onder zich krijgt en de
socialisten zijn aan de beurt voor die post, zal het ook een socialist worden –
of hij nu werkelijk verstand van de materie heeft of niet. Jonge mensen die wat
willen bereiken in de politiek beginnen na hun studie aan hun carrière in de
partij. Eerst in een functie op het partijbureau (landelijk of provinciaal).
Doe je het heel goed en val je daardoor op, dan kom je in het kabinet van een
minister Het woord ‘kabinet’ betekent bij onze zuiderburen iets anders dan bij
ons. Elke minister vormt op zijn ministerie zijn eigen kabinet. Dat zijn zijn
eigen medewerkers, die in feite boven de ambtenaren staan en hun baas adviseren
over het te voeren beleid. Is je baas vicepremier dan moet je als kabinetsmedewerker
op een veelvoud van terreinen kunnen adviseren en overleggen met medewerkers
uit de kabinetten van andere ministers. Doe je dat goed en conform wat de
partij wil dan word je zelf wellicht ook wel een keer minister. Aangezien
België naast de nationale regering ook een regering voor Vlaanderen, twee voor Wallonië,
verder nog voor Brussel en voor de Duitstalige gemeenschap kent, lopen er in
Brussel heel wat drukke baasjes en bazinnetjes rond.
Sluitpost
Aan het parlement wordt normaliter niets gevraagd. Heel af
en toe gaat er iemand in het parlement zitten die denkt dat daar het
voorbereidend en beleidsbepalend werk wordt gedaan. Zo iemand stapt er doorgaans
na een paar maanden snel weer uit. Karel de Gucht, die van 1999 tot 2004 voorzitter
van OpenVLD was, heeft ooit eens gezegd: “Als bij ons een kwestie in het
parlement komt, is er echt een probleem”.