donderdag 2 november 2017

Een pensioengat?
Sommigen van u zijn al met pensioen. Mochten ze zich afvragen hoe hun tijd door te komen dan heb ik hier een paar tips. Voor anderen zal dit nog even duren. Beschouw het dan als onderwerpen om naar uit te kijken.

Tips
Wist u dat het volgens de oprichtingsakte uit 1947 de CIA nadrukkelijk verboden was om in Amerika actief te zijn? Dat deed de CIA toch. Een voorbeeld daarvan is Operation Mockingbird. Het programma begon rond 1950 en had als doel om de Amerikaanse media te infiltreren. Verslaggevers bij belangrijke kranten stonden op de loonlijst van de CIA en omgekeerd werkten medewerkers van de CIA bij grote kranten. Zo zorgde men ervoor, dat er in de pers op positieve wijze bericht werd over m.n. de Amerikaanse buitenlandse politiek, dat bepaalde feiten in een positief daglicht werden geplaatst en dat andere feiten helemaal niet het daglicht zagen. Iemand die deze acties vanaf het begin ondersteunde was Philip L. Graham, uitgever en eigenaar van de Washington Post. Een voorbeeld van zo’n journalist is Ben Bradlee, later beroemd geworden als de redactiechef op de Washington Post, die verantwoordelijk was voor de stukken van Bob Woodward en Carl Bernstein over Watergate. Hij werkte b.v. van 1952-53 als persmedewerker op de Amerikaanse ambassade in Parijs. Het was trouwens heel gebruikelijk dat mensen die officieel werkten bij Buitenlandse Zaken, in feite voor de CIA werkten.

Wie vermoordde JFK?
Nog zo’n onderwerp waar je uren, dagen, maanden en jaren aan kan besteden is de moord op John F. Kennedy. In deze moordzaak zitten vele mysterieuze feiten, gebeurtenissen en tegenstrijdigheden. De discussie is nog steeds niet verstomd. Er zijn heel veel boeken en artikelen over verschenen. Volgens een wet uit 1992 moest president Trump uiterlijk 26 oktober 2017 beslissen of hij zo’n 36,000 dossiers die met de moord te maken hebben vrijgeeft. Inmiddels heeft hij besloten alle documenten vrij te geven.

Oswald alleen of …?
Wie doodde(n) Kennedy in Dallas op 23 november 1963? Was het Lee Harvey Oswald alleen, die van achteren schoten op Kennedy afvuurde of waren er nog andere schutters - zonder dat Oswald dat wist – die de president frontaal raakten? Als het een geplande moord was, wie zat er dan achter? Volgens sommigen is het de schuld van de maffia. Deze moest in opdracht van de CIA in het kader van een geplande coup in Cuba een aanslag organiseren op Castro. De maffia had na bijna drie jaar Robert Kennedy zo’n hekel gekregen aan hem en zijn niet aflatende reeks rechtszaken tegen hen, dat ze het organogram van het plan wat veranderden. Op de plaats van ‘beoogd slachtoffer’ vulden ze i.p.v. Castro de naam van John Kennedy in. “A dog will continue to bite you, if you cut off its tail. Whereas if you cut off the dog's head, it would cease to cause you trouble“. Voor liefhebbers: kijk op de site http://jfklancer.com/.

De FBI doet veel goeds en veel slechts

Ook interessant: wat de FBI officieel deed en in het geheim. Anthony Summers schreef er Official and Confidential over. De dienst bestreed de misdaad, hield staatsgevaarlijke personen en de communistische partij in Amerika in het bijzonder in de gaten. J. Edgar Hoover, de baas van de FBI, bespioneerde trouwens iedereen. Mensen konden altijd gevaarlijk worden en je wist maar nooit hoe informatie nog van pas kon komen. Hoover had in zijn kantoor een dossier met 1.605 memo’s over politici. Hij was op de hoogte van de buitenechtelijke escapades van John Kennedy en liet dit zijn toenmalige baas Robert Kennedy ook weten. Hij bracht het echter niet naar buiten, maar gebruikte het als intern drukmiddel. Hoover wantrouwde Martin Luther King. Hij vroeg Robert Kennedy  toestemming om King af te luisteren en kreeg die. Zo werkt dat, als je het bureaucratische spel beheerst. Nimzowitsch zei al: “De dreiging is belangrijker dan de uitvoering ervan”.

donderdag 19 oktober 2017

Weten we straks wie het nu echt heeft gedaan?
De film in 1992 JFK van Oliver Stone rakelde de discussie over de moord op Kennedy in 1963 weer helemaal op. Hoewel er een hoop onzin in de film zit, werden aanhangers van complottheorieën gesterkt in hun redeneringen. Hoezo onzin? Stone geeft in zijn film veel aandacht aan het onderzoek van Jim Garrison, een officier van justitie in New Orleans. Heel dramatisch hoe Garrison als eenzame strijder wordt neergezet, maar zijn onderzoek was gebaseerd op heel veel aannames en weinig feiten. Dat geldt ook voor Oliver Stones suggestie dat Kennedy uit de weg geruimd werd door een complot van het leger en de CIA. Hij zou de oorlog in Vietnam hebben willen beëindigen en dat was geen prettig vooruitzicht voor de wapenindustrie. Laat nu de wapenindustrie niet te klagen hebben gehad over Kennedy! Onder zijn bewind ging de defensiebegroting in zijn eerste jaar met 15% omhoog, hij plande 41 (i.p.v. 29) Polaris duikboten met 16 kernraketten ieder, in 1961 en 1962 kwamen er 207,000 soldaten bij en Amerika verhoogde zijn aantal kernwapens van 20,000 naar 29,000, (Rusland verhoogde zijn aantal van 1,600 naar 4,200). Ja, er zijn mensen die zeggen dat Kennedy hen vertelde, dat hij na zijn herverkiezing al het defensiepersoneel uit Vietnam terug zou trekken, maar hij zei wel meer. Kennedy was een meester in wat compartimentering wordt genoemd. Tegen de een zei hij dit, tegen de ander zei hij dat en in het openbaar weer wat anders. In een tijd dat alles nog via de krant en de drie grote networks ABC, CBS en NBC ging, een tijd waarin niet iedereen een smart telefoontje had, waarin het internet als digitale megafoon niet bestond en waarin het nog van groot belang was om discreet om te gaan met wat de president jou had toevertrouwd, kon hij ‘All things to all men’ zijn.

Openbaarmaking
De commotie na het uitkomen van de film was voor het Congres aanleiding een wet aan te nemen die bepaalde dat een grote hoeveelheid documenten over de moord, die tot dat moment geheim gehouden was, openbaar gemaakt moest worden. Dat is vervolgens gebeurd onder regie van de National Archives. In een reeks publicaties kwam heel wat naar buiten dat de kijk op de moord veranderde. Nu moet u zich van zo’n openbaarmaking ook weer niet te veel voorstellen. Regelmatig zijn woorden, soms zelfs hele zinnen doorgekrast, omdat de CIA van mening was dat dat niet bekend mocht worden. Ja, de CIA heeft tot het laatst een dikke vinger in de pap.

Tsunami van informatie
De rest van de documenten - 3100 documenten die nog nooit eerder bekend gemaakt zijn en meer dan 30.000 andere dossiers die eerder slechts gedeeltelijk gepubliceerd zijn - moet volgens de wet uiterlijk op 26 oktober openbaar gemaakt worden. President Trump is de enige persoon die dat kan tegenhouden. Hij kan om redenen van nationale veiligheid publicatie verbieden. Als publicatie doorgaat, dreigt een informatietsunami. In tegenstelling tot de vorige keer lijkt het erop dat nu alles tegelijk op het internet beschikbaar gesteld zal worden. Dat is een ramp voor de journalistiek en serieuze onderzoekers. De site(s) zullen geblokkeerd raken, omdat iedereen tegelijk op zoek zal gaan naar nieuwe feiten. Omdat de informatie niet geordend wordt aangeboden, zullen journalisten in die geweldige berg van feiten op zoek gaan naar sensationele nieuwtjes en deze uitvergroten. Wat zou naar boven kunnen komen? Nieuwe informatie wellicht over het mysterieuze zesdaagse bezoek dat Oswald een aantal weken voor de moord bracht aan Mexico City.

Wat deed hij daar? Daarover een volgende keer!

donderdag 5 oktober 2017

Mythes en de nuchtere werkelijkheid
Iedere natie heeft zijn nationaal verhaal dat de identiteit bepaalt. De Fransen hebben hun Franse Revolutie, waar koning en koningin en een flink deel van de adel hun leven lieten op de guillotine. Het volk aan de macht! Vrijheid, gelijkheid en broederschap! Niet te lang stilstaan bij het feit, dat niet het volk, maar de hogere bourgeoisie, de laag net onder de regerende klasse, de macht overnam. Nederland heeft Claudius Civilis en natuurlijk de Tachtigjarige Oorlog of zoals tegenwoordig wordt gezegd ‘de Vaderlandse Opstand’. Wij streden daar dapper voor geloofsvrijheid en andere zaken tegen de Spanjaarden. Niet te lang stilstaan bij het feit, dat het voornamelijk huursoldaten uit andere landen en streken waren die voor ons vochten. Ook niet te lang stilstaan bij het feit dat naast de geloofsvrijheid ook het bedreigde carrièreperspectief een belangrijk motief was voor de lokale edellieden om de strijd met Filips II aan te binden. Zij zagen de interessante functies aan hun neus voorbijgaan. Filips II bestuurde zijn rijk centralistisch vanuit Spanje en had een voorkeur voor zijn eigen vertrouwelingen.

De mythe
De Amerikanen hebben The Pilgrim Fathers. Op 16 september 1620 vertrok vanuit Southampton een groep van 102 protestanten naar de Amerikaanse oostkust. Zij landen op Cape Cod - nu een deel van de staat Massachusetts - en zij worden nog steeds beschouwd als de oervaders van de natie. Met hen is het allemaal begonnen. Zij vestigden zich in New England. Lange tijd was Amerika een land van White Anglo Saxon Protestants. Wie je ook was, hoe rijk je ook was, het maakte niet uit, je moest een ‘wasp’ zijn. Deze ‘Wasps’ vormden de overgrote meerderheid en maakten op alle terreinen de dienst uit. John Kennedy was de eerste katholieke (niet-protestante) president.

De werkelijkheid

Lang voordien waren er al bewoners van Amerika. Natuurlijk de Indianen en daarna Engelsen die om diverse redenen daar terecht waren gekomen. In het begin ging het allemaal niet zo democratisch in zijn werk, niks ‘All men are equal enz.’. In 1663 gaf koning Charles II aan acht mannen uitgebreide bevoegdheden om zich te vestigen in de kolonie Carolina en deze te besturen. Wie het voor het zeggen had werd geregeld in de Fundamental Constitutions. Niet alleen werd slavernij toegestaan, maar er werd ook een op de heerschappij van de adel gebaseerde maatschappij ingericht. De acht personen die de hele kolonie in hun bezit hadden vormden samen het hoogste bestuursorgaan dat een absoluut veto had m.b.t. alle voorgestelde wetten. Er bestond ook een bijzondere klasse van mensen onder de vrije mensen, maar boven de slaven. Deze zogeheten ‘Leet-men’ mochten trouwen en kinderen krijgen, maar ze zaten vast aan de grond waarop ze woonden en aan hun meester. Ze konden wel verhuurd worden aan anderen, maar ze konden nooit van hun dienstverband met hun meester afkomen. Net als hun meesters was ook hun status erfelijk. Kinderen van ‘Leet-men’ waren ook weer hun leven lang ‘Leet-men’. Ze waren wel blanken en zo vormden zij met hun blanke meesters een tegenwicht tegen het grote aantal zwarte slaven. South Carolina ontwikkelt zich dan tot een hiërarchisch geordende samenleving met een adellijke bovenlaag, vrije mensen, ‘Leet-men’ en een grote hoeveelheid zwarte slaven. In 1740 vormden dezen 72% van de bevolking van de staat. North Carolina daarentegen werd een moerassig toevluchtsoord voor de armen en de mensen die geen land bezaten. Het werd het ‘afvoerputje van Amerika’. Daar woonden, zo meenden de anderen, nutteloze lomperiken op een broedplaats voor een minderwaardig soort Amerikanen.

vrijdag 15 september 2017

Een partij met twee rechtervleugels
Het is een aantrekkelijk idee. De meerderheid van de Amerikaanse kiezers bestaat net als wij uit verstandige, weldenkende mensen en bij de keuze tussen een Democraat (goed) en een Republikein (slecht) kiezen ze natuurlijk voor een Democraat. Arthur Schlesinger jr. mocht graag deze theorie van de onvermijdelijke vooruitgang verkondigen. Natuurlijk trad na acht jaar terugval op, maar na slechte tijden kwamen altijd weer goede. Na Hoover kwamen Roosevelt en Truman, na Eisenhower kwam Kennedy, na Nixon en Ford kwam Carter, na Reagan en ‘vader’ Bush kwam Clinton en na de jonge Bush kwam Obama. Als je deze theorie van geleidelijke vooruitgang aanhangt, moet je vrede hebben met zijn opvolger. Het was onvermijdelijk: een Republikein was aan de beurt.

Good guys en bad guys
In Nederland zijn we geneigd om bij de strijd in Amerika categorieën te hanteren als links en rechts. Kennedy toen en Obama nu zijn dan links en Nixon toen en de huidige president rechts. Links in Amerika heeft evenwel in politieke zin geen betekenis. In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw was ‘communist’ en ‘socialist’ een zware verdenking. Bill en Hilary Clinton zouden zich in Nederland op de rechtervleugel van de VVD thuis voelen. Toen jhr. Maurits de Brauw gekandideerd werd voor een internationale functie, zaten de Amerikanen ermee dat hij ooit minister was geweest voor DS ’70, de Democratische Socialisten, een rechtse afsplitsing van de PvdA , met de oerdegelijke ‘jonge’ Drees als aanvoerder. De Amerikanen lazen ‘Socialisten’ en hadden grote argwaan.
In de tijd van Roosevelt (de jaren dertig van de vorige eeuw) tot aan de tijd van Humphrey (die in 1968 van Richard Nixon verloor) waren de vakbonden nog een machtsfactor in de Democratische partij. Daarna is hun invloed sterk verminderd. De Democratische partij werd de beweging van minderheden (vrouwen, homo’s en lesbiennes, zwarten en latino’s enz.), maar de gewone man, de arbeider die in Amerika voorheen verzekerd was van een goed inkomen en tot de middenklasse behoorde werd vergeten.

Andere tijden
Thomas Frank heeft met Listen Liberal in 2016 een boeiend boek gepubliceerd over dit laatste onderwerp. Hij geeft met een grote reeks voorbeelden op diverse terreinen aan, dat de Democratische partij zich vanaf 1972 verwijderd heeft van de gewone man, van de blue collar worker. Hij noemt de Republikeinen de partij van de 1 procent, de absolute toplaag. De Democraten zijn volgens hem de partij van de daaropvolgende 10 procent. Frank zal niet verbaasd hebben opgekeken, toen hij in de krant las dat ook Obama voor $ 400.000 wel een lezing wil geven voor een stel bankiers. Over Franks boek een volgende keer meer.

Gore Vidal

Gore Vidal behoort tot mijn favoriete Amerikaanse auteurs. Hij is terecht beroemd om zijn Empire cyclus, een reeks historische romans waarin hij van Lincoln tot Kennedy vanuit een heel eigen perspectief beschrijft hoe de VS een wereldmacht worden. Beroemd en bekroond is hij ook om zijn talloze essays. Van hem is de uitspraak: “Amerika heeft één partij met twee rechtervleugels”.  

donderdag 17 augustus 2017

Test uw vooroordelen!

“Luidruchtig in gesprekken. Wat hij aan argumenten tekortkomt, maakt hij goed met stevige beloften”.
Na zijn nominatie haalden de handlangers van de macht in Washington hun neus voor hem op.
“Moge de plattelandslaadstokken (maar ook figuurlijk bedoeld ‘de bullebakken’) het kruit van de gelijkheid in onze nationale kanonnen stampen en samen met de stem van het volk de tegenstander omverblazen”.
Vechten en zich op geweld beroemen was niet ongebruikelijk in de kringen van zijn aanhangers. “Als ik word gekozen, zal je de regering herkennen aan de afdruk van deze vijf knokkels”.
Met zijn komst werd bluffen gebruikelijk.
Op wie slaat dit?  Je zou zeggen dat dit allemaal uitspraken zijn van of over Donald J. Trump, maar dat is niet zo. Het gaat hier over Andrew Jackson, president van de Verenigde Staten van 1828 tot 1836. Man van het volk, afkomstig van Tennessee. Ik kwam ze tegen in White Trash van Nancy Isenberg, een boeiend boek over hoe vanaf de start van Amerika tegen de onderklasse aan werd gekeken. Ondanks fraaie uitspraken als “All men are equal” van Tomas Jefferson, was ook hij al van mening dat er een bepaalde laag in de samenleving was, die hij liever kwijt dan rijk was. Elke president kiest drie portretten van voorgangers uit om in de Oval Office te laten hangen. Trump heeft bij die drie wel Andrew Jackson uitgekozen!

Unamerican?
Na de onlusten in Charlottesville kwamen verschillende politici met uitspraken dat wat daar was gebeurd ‘deeply unamerican’ was. Dat staat nog te bezien – dat ‘deeply’- , maar het is aanzienlijk beter dan wat Donald zei. Eerst zegt hij wat hij denkt en daar word je – en ook de meerderheid van de Amerikanen gelukkig! – niet vrolijk van. Dan wordt op hem ingepraat en wordt er door leden van zijn staf een nieuwe toespraak voor hem geschreven. Hij veroordeelt nu netjes het geweld van neonazi’s, leden van de KKK e.a. Hij zegt dat het in strijd is met alle waarden waar Amerika voor staat. Hij heeft het over “unite the country” en dat “we must love each other”. Kort daarna begint hij tegen leden van zijn inner circle te fulmineren over de wijze waarop hij door de pers is behandeld. Bij de volgende persconferentie vliegt hij uit de bocht. Het moment was bedoeld voor de aankondiging van bepaalde belangrijke projecten op het gebied van de infrastructuur, maar Donald verklaart nu dat ook aan rechterzijde in Charlottesville “very, very fine people’ deelnamen. Leden van zijn staf staan er met neergebogen hoofd bij.

Tot slot

Een politicus die stemmen kwam werven, steeg af van zijn paard en greep de viool van iemand uit zijn gehoor om te laten zien “that he could play his music” en dus net zo gewoon was zij. Na de verkiezing keerde de politicus terug naar zijn fraaie woning en veranderde er in het leven van de ‘gewone man’ niets.

vrijdag 4 augustus 2017

Eendracht maakt macht!
Vorige week heeft de Senaat diverse pogingen gedaan om Obamacare te herroepen. Al deze voorstellen werden verworpen, in de spannendste variant met 51 tegen 48 stemmen. Daar valt wel wat over te zeggen. Ten eerste is het opvallend dat ook heel veel Republikeinse senatoren soms nog geen dag vooraf wisten wat het voorstel zou inhouden, waar zij voor of tegen konden stemmen. Ten tweede is het opvallend dat  - omdat deze wetsvoorstellen zo kort vooraf pas werden gepubliceerd – er geen besprekingen en hoorzittingen met experts in de relevante commissie(s) werden gehouden en er geen doorrekeningen van de kosten van een onafhankelijk overheidsbureau op tafel lagen. Gebruikelijk is dat een wetsontwerp in het openbaar in een commissie wordt besproken; daarbij worden deskundigen gehoord, stellen de leden hun vragen, uiteindelijk stemt de commissie en daarna komt het aan de orde in de voltallige Senaatsvergadering.

Polarisering
Niets van dit alles dit keer. In het diepste geheim – zelfs voor veel leden van de eigen Republikeinse partij - werden zaken voorbereid. De senatoren van de andere partij werden er helemaal buitengehouden. De Senaat is zo gepolariseerd dat men als een blok dient te stemmen en dat een paar afvalligen dus het resultaat kunnen bepalen. Zou men vroeger gestreefd hebben naar een breed gedragen voorstel, nu is zelfs 50-50 voldoende voor de Republikeinse diehards, want in zo’n geval geeft hun vicepresident de doorslag. Normaliter zit hij alleen voor en stemt niet mee, maar bij 50-50 geeft zijn stem de doorslag. Een aantal jaren geleden was dat nog anders. De benoeming van Hillary Clinton tot minister van Buitenlandse zaken werd in 2008 met meer dan negentig (!) stemmen door de Senaat bekrachtigd. Daarna is het klimaat grondig verziekt. Door de Republikeinse meerderheid aangenomen wetten werden door president Obama met een veto getroffen en voorstellen van Obama werden door de Republikeinen geblokkeerd, niet aanvaard. Tegen Obamacare – toch door het Huis van Afgevaardigden en de Senaat aanvaard – werd door sommige Republikeinen daarna een procedure tot aan het Hooggerechtshof aangespannen.

De jaren vijftig
Hoe anders ging dat in de jaren vijftig van de vorige eeuw! In schril contrast met de situatie van nu was er een brede consensus over hoe het met Amerika verder moest. De Republikeinse president Eisenhower deed na 1952 geen poging de vernieuwingen van Roosevelt (New Deal) en Truman (Fair Deal) op het gebied van social security terug te draaien. In de Senaat beschikten de Democraten vanaf 1954 over de meerderheid. Dat betekende dat ze in alle commissies de voorzitters leverden. Je zou denken dat ze hun voorstellen er in hoog tempo doorheen zouden kunnen jagen. De Democraten waren echter een verdeelde club. Een flink aantal van hen de zg. Dixiecrats kwam uit het Zuiden (Alabama,Texas, Mississippi enz.). Zij waren het op b.v. het gebied van arbeidsrecht, minimumloon en natuurlijk de rechten van de zwarte Amerikanen vaak fundamenteel oneens met hun partijgenoten uit het Noordoosten.

Lyndon Johnson

De leider van de democratische meerderheid, Lyndon Johnson, moest regelmatig gelegenheidscoalities smeden b.v. van Democratische senatoren minus de zuidelijke samen met een groep gematigde Republikeinse. Dat hij die kunst beheerste laat Robert Caro heel interessant met tal van voorbeelden zien in Master of the Senate, deel drie van zijn inmiddels vierdelige biografie van Johnson. Daarvoor moet je goed weten hoe je collega’s over kwesties denken en of ze over te halen zijn tot een bepaald standpunt. Misschien blijven ze tegen, maar willen ze bij de beslissende stemming wel niet op komen dagen. Dat helpt ook. Soms kun je ze ook paaien door te zeggen “Als jij nu dit keer voor mijn voorstel stemt, zorg ik ervoor, dat wij straks voor die grote dam in jouw staat stemmen”. Dat heet politiek bedrijven. Je pappenheimers kennen is belangrijk, interesse tonen in hun persoonlijke wederwaardigheden ook en ja, soms helpt zwaaien met de geldbuidel ook. Natuurlijk was dat een andere tijd: niet alles kwam op tv, minder tv-zenders, geen internet en Facebook waardoor wat je zegt en hoe je stemt korte tijd later op het internet staat. Het zou goed zijn als iets van die oude sfeer van samenwerking tussen beide partijen weer wat terug zou komen.

vrijdag 21 juli 2017

Onvermoede overeenkomsten!
In zijn interessante boek De Verenigde Staten in de twintigste eeuw beveelt Maarten van Rossum zijn lezers The Kennedy Imprisonment van Garry Wills aan. Kernthema van dit boek is, dat vader Joe Kennedy een machine bouwde, waarin de zonen en de dochters, de schoonzonen en journalisten, die tot vrienden van de familie werden gemaakt, allemaal meehielpen om er een ’Golden Family’ van te maken. John Kennedy profiteerde van die glans en goede reputatie en zijn broer Robert op zijn beurt van diens nagedachtenis. Robert was de broer die het werk van de te vroeg gestorven president zou voltooien. Tegen de tijd dat de laatst overgebleven broer in 1980 een gooi naar het presidentschap deed, was de magie uitgewerkt en zelfs ballast geworden. Edward werd steeds vergeleken met zijn grote voorbeelden John en Robert en kon alleen maar tegenvallen. Journalisten van wie gebleken was dat ze zich veel te kritiekloos en bewonderend hadden opgesteld tegen John en Robert, wilden hun reputatie herstellen en keken extra kritisch naar Edward.

Garry Wills
Garry Wills heeft over een grote reeks onderwerpen geschreven. Beroemd is zijn Inventing America, waarin hij nagaat wat de opstellers van de Declaration of Independence eigenlijk bedoelden. Daarvoor duikt hij diep in de ideeën van de politieke denkers van de Verlichting. Beroemd is hij ook om Lincoln at Gettysburg, waarin hij uitgebreid ingaat op de omstandigheden waaronder Lincoln zijn toespraak hield. Bovendien analyseert hij de redevoering zelf – een keerpunt in het denken over slavernij in Amerika – heel nauwkeurig. Zo kan ik er nog wel een paar noemen b.v. Nixon Agonistes en Reagan’s America, Innocents at Home.

The fluid presidency
Terug naar het eerdergenoemde boek van Wills The Kennedy Imprisonment. In hoofdstuk 13 gaat hij in op de regeerstijl van Kennedy. JFK was in 1960 erg onder de indruk van het boek Presidential Power van Richard Neustadt. Deze professor betoogde dat beleid en beslissingen niet voorbereid moeten worden door vaste groepen, organen en departementen, maar door wisselende commissies speciaal voor dat doel bij elkaar geroepen. Deze groepen nemen geen besluiten, maar komen met hun voorstellen bij de president en deze beslist. Neustadt noemde dat ‘the fluid presidency’: alle draden komen bijeen bij de president.

Bestrijd je eigen regering!

Kennedy was dus van plan snel en met op maat gesneden groepen te regeren. Ad hoc commissies werden gevormd door voornamelijk leden van de staf van het Witte Huis. Van het departement van Buitenlandse Zaken b.v. had hij geen hoge dunk. Als je die lieden wat vroeg, duurde het weken voor je antwoord kreeg. Kennedy was zijn eigen minister van Buitenlandse Zaken en MacGeorge Bundy de aanjager van voorstellen op dit gebied. MacNamara had vooral tot taak om de generaals te temmen en het geldverslindende defensieapparaat onder controle te krijgen … en nu komt opeens Donald J. Trump in beeld! Zijn minister van Buitenlandse Zaken Rex Tillerson negeert een groot deel van zijn zittende ambtenaren, is met een forse besparing bezig – sommige afdelingen b.v. over mensenrechten zijn flink uitgedund – en maakt geen haast met zijn benoemingen. Trump heeft op alle ministeries mannetjes of vrouwtjes benoemd, die zijn ogen en oren vormen. Ze moeten de minister in de gaten houden en dagelijks rapporteren of er op het ministerie wel gebeurt wat de president wil. De baas van de FBI heeft hij al ontslagen, hij heeft met zowat alle andere inlichtingendiensten ruzie en zijn minister van Justitie is hij deze week openlijk afgevallen Sinds Kennedy hebben veel presidenten beloofd dat zij na hun verkiezing de boel daar in Washington wel eens flink zouden opschudden, Trump doet het. Waarom ook niet? In het zittend ambtelijk apparaat heeft hij weinig vrienden.

vrijdag 7 juli 2017

Een goed voorbereid mens telt voor twee!
Trump en Poetin zullen elkaar vandaag in Hamburg in de marge van de G20-top ontmoeten. Volgens zijn veiligheidsadviseur, generaal H.R. McMaster, heeft de president ‘geen specifieke agenda’. “Waar de president het over wil hebben, dat wordt het.”
Dat klinkt niet goed. Op 1 mei 1960 werd de Amerikaan Gary Powers in zijn spionagevliegtuig boven Rusland neergeschoten. Chroesjtsjow onthulde dat met een goed gevoel voor timing enige tijd later. Op de top van de grote Vijf in Parijs daarna eiste hij excuses van Eisenhower. Toen deze daar niet toe bereid bleek, ging de top als een nachtkaars uit. De les was: als er geen goed voorwerk gedaan is, als je het niet over een paar zaken met elkaar eens bent of als er niets te ondertekenen valt, kom dan niet bij elkaar.

Wenen 1961
Chroesjtsjow wilde John Kennedy graag ontmoeten en Kennedy ging op de uitnodiging in. Bij zijn vertrek naar Europa citeerde hij William Lloyd Garrison, een abolitionist: “I am in earnest, I will not equivocate, I will not excuse, I will not retreat a single inch and I will be heard!” Na een succesvol bezoek aan de Gaulle in Parijs – met een echtgenote die vloeiend Frans sprak! – was het zo ver. Het eerste topoverleg vond plaats in de residentie van de Amerikaanse ambassadeur in Oostenrijk. Beide leiders hadden hun belangrijkste medewerkers meegenomen: aan Amerikaanse zijde Rusk, Thompson, Bohlen en Kohler, aan Russiche zijde Gromyko, Menshikov en Dobrynin.
Kennedy was geen partij voor de sluwe vos Chroesjtsjow. In de communistische partij moest je om carrière te maken in die tijd meedogenlozer en handiger zijn dan anderen. Wat ze allemaal beheersten was redeneren op basis van het marxisme-leninisme; de grote jongens hadden zelfs de hogere partijschool in Moskou doorlopen. Kennedy daarentegen was zo ver gekomen, omdat hij een goed verkoopproduct was (jong, knap, knappe echtgenote, sportief, oorlogsheld). Zijn vader financierde zijn campagnes met heel veel geld en politieke handigheidjes. Een voorbeeld daarvan: JFK’s eerste campagne ging om een zetel in het Huis van Afgevaardigden in 1946. Pa Kennedy gooide er 250.000 dollar tegenaan – tienmaal  het gemiddelde bedrag voor een dergelijke campagne in die tijd - en splitste de stemmen voor een belangrijke tegenkandidaat door een man met dezelfde naam tegen betaling op een lijst te zetten.
Al snel in de eerste ontmoeting raakte Kennedy in het defensief. Hij wilde het risico van een kernoorlog tussen de beide grootmachten uitsluiten en stelde daarom voor de machtsbalans en de verdeling van de wereld in invloedssferen wederzijds te accepteren. Chroesjtsjow vroeg hem of hij zo een dam wou opwerpen tegen de ontwikkeling van de menselijke geest. Beide systemen zouden volgens hem moeten concurreren en het beste systeem zou winnen. Zo kwam Kennedy in de positie van de leider die traditionele invloedssferen, kolonialisme en dictaturen zoals Spanje en Portugal verdedigde, terwijl de man tegenover hem zich voor revolutie (b.v. Castro!) en verandering uitsprak. Kennedy kwam na een uur bleek naar buiten; zijn adviseurs die er zwijgend bij hadden gezeten waren geschokt, dat hij zich zo door zijn tegenstander in de hoek had laten drijven.

Londen
Op weg naar huis deed hij Londen aan deels om privé redenen: de doop van het eerste kind van de zuster van Jackie. Het officiële deel bestond uit een diner met koningin Elizabeth en een gesprek over de top in Wenen met Harold MacMillan, de Britse premier. Deze zag aan zijn gast, dat hij niet in de stemming was voor het geplande overleg met een dozijn adviseurs aan beide zijden van de vergadertafel. Dus werd het een gesprek tussen beide regeringsleiders alleen met een paar sandwiches en wat whisky. MacMillan omschreef zijn gast als ‘verbluft en verbijsterd, overweldigd door de meedogenloosheid en barbaarsheid van Chroesjtsjow.’

Kennedy klaagde zelfs over de manier waarop de pers in Wenen had geschreven over Jackie: ‘Hoe zou jij reageren als iemand zou zeggen: “Lady Dorothy (MacMillans echtgenote) is een zuipschuit?”.’  MacMillan antwoordde: ‘Ik zou zeggen: “Je had haar moeder moeten zien!”.’

woensdag 21 juni 2017

De kracht van foto’s
Harper Lee had in 1960 To Kill a Mockingbird gepubliceerd en er in 1961 de Pulitzer Prijs voor gekregen. Daarna was het lang stil gebleven. Nu in 2015 zou er een tweede boek verschijnen Go set a Watchman. Een boek trouwens dat zij als eerste had geschreven, maar dat heel lang op de plank had gelegen. Ik had wel de filmbewerking van To Kill a Mockingbird met Gregory Peck in de hoofdrol gezien, maar het boek zelf nog nooit gelezen. Met het oude en nieuwe boek ging ik in de zomer van 2015 op vakantie en ik raakte diep onder de indruk van het eerste boek. De vader Atticus Finch neemt de verdediging van een neger op zich. Waarom? Omdat hij vindt dat hij dat als fatsoenlijk man moet doen. Ook zwarte bewoners van Amerika in het Zuiden hebben recht op een eerlijk proces. Het tweede boek vond ik een teleurstelling. Niet alleen omdat ze grote delen uit het eerste boek herhaalt, maar vooral omdat het veel losse eindjes bevat. Zo scherp als het eerste  boek de lezer dwingt de strekking van het boek te erkennen, zo diffuus blijft de strekking van haar tweede boek. Tegen het einde van het boek blijkt de vader nu zoveel jaren later – zijn dochter woont en werkt in New York en is voor de zomer naar haar geboortestadje teruggekeerd –  een racist met banden met de Ku Klux Klan.

Het leven in de ‘Deep South’
Op zaterdag 10 juni stond er in De Volkskrant een artikel over een tentoonstelling in Foam in Amsterdam van de foto’s van de Amerikaanse fotograaf Gordon Parks. Hij werd in 1956 door het fototijdschrift Life naar de ‘Deep South’ gestuurd. Hij legde het leven vast van vier generaties van de familie Thornton, die in en rond Mobile, Alabama en Nashville, Tennessee leefden. Hij nam foto’s van het dagelijks leven: winkelen, uitgaan enz. Op het eerste gezicht lijken het ‘gewone’ foto’s. Moeder en dochter, mooi gekleed, staan voor een winkel. Als je beter kijkt, zie je details die wel degelijk het verschil maken. Dan valt je plotseling op, dat boven hun hoofd een groot neonbord hangt met in rode letters ’colored entrance’. De zesentwintig foto’s verschenen in het septembernummer van Life. In de jaren vijftig was de fotojournalistiek veel meer dan de televisie opiniebepalend. Pas in de jaren zestig werd de televisie het snelle medium waarop je ’s avonds kon zien wat er die dag gebeurd was.

Blank en Zwart

In het begeleidend stuk van Robert Wallace bij de foto’s werd Allie Lee Causee, een dochter van Thornton, geciteerd: “Integration is the only way through which Negroes receive justice”. Haar familie werd na de publicatie belaagd, zij werd ontslagen als lerares, haar man verloor zijn truck. De familie moest de stad verlaten. In december 1956 keerde Life nog eens terug naar Mobile terug en sprak o. a. met J.T. Allen, eigenaar van een winkel en al dertig jaar voorzitter van het schoolbestuur. Je moet ze ook geen gelijkheid geven, zei Allen. “Ze verwachten het niet en weten niet wat ze ermee zouden moeten doen”. Laat dat nou ook ongeveer de mening zijn van de – in het eerste boek als moreel hoogstaand figuur geportretteerde - Atticus Finch in het tweede boek van Harper Lee. In een gesprek met zijn dochter zegt hij: “Wil je negers in grote hoeveelheden in onze scholen en in onze kerken en theaters? Wil je ze in onze wereld?“ President Eisenhower dacht er niet veel anders over. Toen in 1954 de grote vraag of het onderwijs in het Zuiden geïntegreerd moest worden of niet op het bordje van het Hooggerechtshof kwam, zei hij tegen de nieuwe opperrechter Earl Warren: “Die zuiderlingen zijn geen slechte mensen. Waar ze over inzitten is het idee, dat hun lieve kleine meisjes in een klaslokaal komen te zitten naast van die grote zwarte kerels“.

woensdag 7 juni 2017

De eerste enige echte Amerikanen!
Sommige Amerikanen mogen graag uitpakken over hun land als een – ook in moreel opzicht - bijzonder land, het idee van het ‘American Exceptionalism’, de ‘City upon a shining Hill’ enz. Ze gaan dan voorbij aan b.v. het feit dat de Amerikaanse Burgeroorlog niet alleen een burgeroorlog was, maar ook heel erg veel doden en gewonden kostte. Ze gaan ook voorbij aan het feit dat de wording van Amerika ondenkbaar is zonder de genocide op de oorspronkelijke bewoners, de indianen.
Enige tijd geleden was er in de pers (NRC 5-12-2016) aandacht voor de Sioux indianen die vuurwerk afstaken in hun kamp, omdat het geniekorps van het Amerikaanse leger een vergunning voor een oliepijpleiding nabij hun reservaat had geweigerd. Ze maakten bezwaar tegen die plannen en beriepen zich daarbij op een verdrag met de regering uit 1851. Het gaat om een deel van de 1886 km. lange Dakota Access Pipeline, die loopt van Noord- en Zuid-Dakota via Iowa naar Illinois. Hun vreugdevuren hebben helaas voor hen niet lang gebrand. Rooksignalen uit kringen rond de aanstaande president deden al vermoeden dat hij de beslissing zou gaan terugdraaien en dat heeft hij inmiddels ook gedaan. Wat zijn besluit ook beïnvloed zal hebben is het feit, dat hij aandelen heeft in Energy Transfer Partners, het bedrijf dat de pijplijn wil aanleggen. De indianen hebben overigens ook een klacht ingediend tegen  de sheriffs van twee counties vanwege het gebruik van excessief geweld.
De blanke man spreekt met een dubbele tong!
Het patroon bij dit soort conflicten is steeds hetzelfde. Indianen wonen, leven, jagen op grond die blanken om economische redenen aantrekkelijk vinden. Ondanks beloften, verdragen e.d. trekken de indianen altijd aan het kortste eind.
Dat proces is rond 1790 – als de Amerikanen zich net aan de overheersing uit Londen ontworsteld hebben – al in volle gang. Thomas Jefferson, beroemd president en vertegenwoordiger van de Verlichting, behorend tot de Founding Fathers, was op dit gebied niet beter dan zijn twee voorgangers en vele opvolgers. Indianen worden door ‘landhongerige’ kolonisten verdreven, kolonisten vestigen zich in het gebied, de indianen vertrekken, krijgen een ander deel verder westelijk plechtig toegezegd, totdat het patroon zich jaren later herhaalt. Dat proces wordt aangezwengeld doordat het land in de nieuwe gebieden goedkoper is en eenvoudigweg beschikbaar is en door de verschillen in bewapening tussen indianen en blanken. De bevolkingsgroei in Amerika zelf en de voortdurende instroom van immigranten leidt tot een permanente druk in westelijke richting: “Go West, youngman!”
Zijn er nog indianen over?
Hoe gaat het nu in het algemeen met de indianen in Amerika? Slecht! ‘Native Americans’ - en ‘African Americans’ - maken de meeste kans om het leven te komen door optreden van de politie. Volgens sommige onafhankelijke bronnen zoals bijvoorbeeld de database van Fatal Encounters is het aantal doden door politiegeweld veel hoger dan de officiële cijfers van de overheid. Daar is in de media weinig aandacht voor.
Geld of gebrek daaraan speelt ook hier weer een belangrijke rol. Stammen die in afgelegen landelijke gebieden wonen halen het nieuws niet zo gauw en veel kranten, televisiestations zijn er ook niet. Steden en counties krijgen vaak wel de verantwoordelijkheid voor de gebieden waar de stammen wonen, maar zelden ook het geld dat nodig is om daar wat van te maken. In de beleving van de indianen komt de politie doorgaans om hen lastig te vallen, niet om hen te helpen.

Tot slot dit keer iets positiefs over Donald Trump. Hij heeft Nikki Haley, de gouverneur van South-Carolina, benoemd tot ambassadeur bij de Verenigde Naties. Zij is van indiaanse afkomt.

woensdag 24 mei 2017

Ken uw klassiekers!
In de literatuurwetenschap was intertekstualiteit jaren geleden een hot item. Daarmee werd bedoeld dat alle schrijvers in meer of mindere zin aan elkaar verwant zijn, gebruik maken van, voortborduren op wat ze eerder gelezen hebben, wat hen aansprak of uitdaagde.

De film
Met beelden kun je dat ook hebben, dat je meent een heropvoering van eerdere scenes te zien. Als u The Godfather I hebt gezien, herinnert u zich ongetwijfeld dat na de moordaanslag bij het fruitstalletje Don Corleone in het ziekenhuis wordt opgenomen. Op een avond gaat Michael, zijn jongste zoon, bij hem op bezoek. Het is akelig stil op de gangen. Er is geen personeel, niemand is bij zijn vader. Het begint hem te dagen: dadelijk komt er een ploeg om de moordaanslag af te maken. Met hulp van een nog wel aanwezige zuster rijdt hij zijn vader snel naar een heel andere kamer en belt zijn oudste broer met het verzoek onmiddellijk met een ploeg mannen waaronder Tom Hayden, consigliere en advocaat, te komen. Samen met een ‘clangenoot’ gaat hij vervolgens voor de ingang van het ziekenhuis staan. Beiden hebben hun hand in hun jas gestoken net alsof ze daar een revolver hebben die ze in geval van nood kunnen trekken.

De werkelijkheid
In 2004 wilde president George W. Bush - en met name zijn vicepresident Dick Cheney – het National Security Agency’s Terrorist Surveillance Program voortgezet zien. Nodig daarvoor was dat John Ashcroft, de minister van Justitie tekende, maar deze lag met galblaasklachten in het ziekenhuis. Dus stuurden ze Andrew Card en Alberto Gonzales naar hem toe. Comey, de plaatsvervangend minister van Justitie had zich hevig verzet tegen het plan, omdat het volgens het Departement van Justitie in strijd was met de wet. Hij vreesde dat de ernstig zieke Ashcroft onder druk zou tekenen. Daarom belde hij Bob Mueller, de toenmalige directeur van de FBI. Hij vroeg hem zo snel mogelijk naar het ziekenhuis te komen. Hij vreesde evenwel dat Card en Gonzales met hun Secret Service mensen er eerder zouden zijn. Daarom vroeg hij Mueller de FBI mensen die Ashcroft bewaakten te bellen en hen opdracht te geven dat niemand bij hem toegelaten mocht worden.

De film
Nu die scene aan het einde van de film. De Don is begraven en na de begrafenis zal de strijd beginnen. De andere families zijn erop uit de Corleone clan zijn macht in New York af te nemen. Er zal een uitnodiging komen voor samenwerking en dat is – zo heeft de oude Don voor zijn dood zijn zoon Michael uitgelegd – een valstrik. De man - de Judas - die de uitnodiging overbrengt is de verrader. Als de maffiosi met voorop de machtigste families langs de kist paraderen en Michael, de nieuwe Don hun respect betuigen, buigt Clemenza zich naar hem over om hem de uitnodiging in het oor te fluisteren: ‘the Kiss of Death’.

De werkelijkheid
Kort na de inauguratie ontvangt Trump een groot gezelschap functionarissen die links of rechts betrokken waren geweest bij het garanderen van de veiligheid op die dag. Op een bepaald moment roept hij James Comey naar voren, de man die hij later zal ontslaan. Comey strekt zijn rechter arm zo ver mogelijk uit en probeert de afstand tot de president zo groot mogelijk te houden. Trump geeft hem een hand, trekt hem toch verder naar zich toe en fluistert hem iets in zijn oor.


Wordt vervolgd!

zondag 14 mei 2017

Licht verteerbare zware kost

Een titel met verplichtingen
Theodore White vestigde in 1961 definitief zijn naam in de Amerikaanse journalistiek met The Making of the President 1960, een stevig boek, waarin hij nauwgezet het verkiezingsproces beschrijft. Hij vertelt over de voorbereidingen, de voorverkiezingen en de uiteindelijke race tussen Kennedy en Nixon. Het lijkt wel of hij overal bij is geweest zowel aan Democratische als aan Republikeinse kant. Hij heeft dit journalistieke huzarenstukje daarna nog een aantal malen herhaald. Als David Cay Johnston in 2016 een boek publiceert met de veelbelovende titel The Making of Donald Trump wekt hij dus grote verwachtingen.

Wraak
Kort na het overlijden van Trumps vader kreeg de baby van de vrouw van een neef van Trump zware ademhalingsproblemen en stapelden de doktersrekeningen zich op. De jongere broer van Donald Trump verzekerde de nieuwbakken ouders, dat de familie alle rekeningen zou betalen. Vader Fred Trump sr. had dat altijd voor iedereen gedaan. Toen uit het testament van de oude heer bleek, dat ze praktisch onterfd waren, spanden de neef en andere familieleden een rechtszaak aan. Prompt liet Donald Trump weten dat de vergoeding van de ziekenhuiskosten na twee maanden zou stoppen.

Asociaal
Om de Trump Tower in New York te kunnen bouwen moest het Bonwit Teller warenhuis met een beroemde voorgevel met twee panelen voorstellend naakte danseressen met sjaals afgebroken worden. Het tijdschrift American Architect noemde dit in 1929 een prachtig voorbeeld van Art Deco. Van de belofte de panelen te behouden of anders te schenken aan het Metropolitan Museum of Art kwam niets terecht. In plaats van een fatsoenlijk sloopbedrijf in te huren maakte Trump gebruik van Kaszycki & Sons Contractors. Meer dan tweehonderd arbeiders werkten zonder helmen, stofmaskers of stofbrillen. De mannen hadden geen papieren, de financiële administratie ontbrak, er werden geen sociale lasten afgedragen en ze werden niet betaald volgens de cao. Nooit kwam een veiligheidsinspecteur een kijkje nemen. Toen Johnston insiders een verklaring hiervoor vroeg, kreeg hij te horen dat Trump blijkbaar in hogere kringen de juiste contacten had.

Een fake universiteit
Trump University gestart in 2005 verzorgde online cursussen in de onroerend goed business. De instelling zou professoren krijgen van het hoogste niveau “terrific people, terrific brains, successful. We are going to have the best of the best”. Het instituut was op een adres gevestigd waar o.a. beursfraudeurs zaten. Er werkten geen professoren, de ‘docenten’ hadden in onroerend goed geen ervaring. Het hoofd van deze ‘universiteit’ had nooit eerder een opleiding geleid en had ook geen ervaring  met onroerend goed. Op vragen hierover in 2012 antwoordde Trump, dat hij het allemaal niet meer wist, omdat het lang geleden gebeurd was.

Wonen op stand
Punta Bandera zou een “world-class resort” worden in de buurt van San Diego. Op een bijeenkomst voor geïnteresseerden vertelden Ivanka en Donald Trump jr. dat zij ook overwogen een appartement te kopen. Wie $ 5,000 vooruitbetaalde, kreeg toegang tot een bijeenkomst waar je met voorrang een appartement kon kopen. Daar kreeg men vijf (!) minuten tijd om of de koopakte tekenen of te vertrekken. Geen tijd om de koopovereenkomst goed door te lezen of een deskundige te raadplegen. Toch maar tekenen. Is het niet een opwindend idee een kopje suiker te lenen bij buurvrouw Ivanka? In maart 2008 kregen kopers bericht dat de bouwwerkzaamheden spoedig zouden beginnen. Negen maanden eerder (!) hadden ze die verzekering ook al gekregen. Twee dagen voor Kerstmis 2008 kregen alle kopers bericht dat de Trump Organization niet langer de hoofdverantwoordelijke was. Trump had alleen toestemming gegeven om zijn naam te gebruiken. In de rechtszaak die volgde omvatte het dossier meer dan 640 bladzijden. Er ontspint zich een juridisch gevecht en uiteindelijk wordt er geschikt. De precieze afloop kennen we niet, want het is een verzegelde, niet openbare uitspraak.



donderdag 20 april 2017

Een nieuw kapsel, daarvoor moet je ver reizen!
In deze gevaarlijke tijden, waarin Noord-Korea kernwapens wil ontwikkelen en dreigt met het afschieten van raketten, die Amerika zouden kunnen treffen en Trump van zijn kant zegt klaar te zijn voor een militaire reactie, is het interessant om aandacht te besteden aan William Perry. Toen de Amerikanen in 1962 ontdekten dat de Russen raketten op Cuba hadden gestationeerd, werd de jonge ingenieur William Perry onmiddellijk vanuit Californië naar Washington gevlogen om te helpen bij het analyseren van de foto’s genomen door Amerikaanse U-2 vliegtuigen.

James Earl Carter
Toen Jimmy Carter in 1976 won van Gerald Ford, benoemde hij William Perry tot onderminister van Defensie speciaal belast met het ontwikkelen van de ‘offset strategy’. De Russen hadden op conventioneel gebied een geweldig overwicht op de Amerikanen en dat moest met technologische middelen gecompenseerd worden. Dat betekende niet nieuwe en betere kernwapens, maar slimmere conventionele wapens, waardoor de VS op het ‘gewone’ slagveld toch de overhand zouden hebben. Daarvoor zochten ze aansluiting bij slimme digitale nieuwigheden zoals b.v. sensoren. Het eerste kunststukje was de Stealth bommenwerper, de F-117. Dit aanvalsvliegtuig was op de radar niet groter dan een vogeltje en kon zo onopgemerkt vijandelijk gebied binnendringen. Het tweede kunststukje, nauw verwant hieraan, was de kruisraket, ook wel Tomahawk genoemd. Een derde revolutionaire innovatie was het G(lobal) P(ositional) S(atellite) systeem. Voor het eerst in een oorlog toegepast in operatie Desert Storm in Irak door George Bush is het nu ook voor ons een onmisbaar middel geworden. Bent u gecharmeerd van het kapsel van Kim Jong Un, tik dan het adres van zijn kapper in uw Tom Tom in en u komt er wel!

Buiten en toch een beetje binnen
Amerikaanse verkiezingen leiden wel tot (accent)veranderingen, maar tegelijkertijd is zeker het buitenlands beleid in handen van een brede groep politici, managers van ondernemingen die voor de CIA en het leger werken en adviseurs. Ook op universiteiten zijn er heel wat lieden die hun brood verdienen door voor Defensie te werken; anderen werken voor b.v. een grote denktank zoals het Brookings Instituut. In1980 werd Perry lid van Track 2. Dat was een club van insiders die weliswaar geen lid zijn van de regering of bij de partij horen die aan de macht is, maar toch veel kennis en invloed hebben. Buitenlandse mogelijkheden vinden het belangrijk ook leden van zo’n organisatie te ontvangen, want over vier of acht jaar kunnen de bordjes weer verhangen zijn. Bij een bezoek aan 1988 in Moskou - Gorbatsjov is de baas geworden – valt hem op, dat de pittigste discussies niet plaatsvinden tussen Amerikanen en Russen, maar binnen de Russische delegatie! Bij een theaterbezoek enige tijd later in Tallinn hoort hij hoe een bezoekend Fins koor de Finlandia hymne van Sibelius zingt gevolgd door het Estlands nationaal volkslied. Dat laatste was eigenlijk verboden! Grote veranderingen waren op komst!

Een reis langs de afgrond

De memoires van Perry uit 2015 zijn getiteld My Journey at the Nuclear Brink. Eerst helpt hij om het nucleaire arsenaal op te bouwen als directeur van de Electronic Defense Laboratories in wat later Silicon Valley in Californië zou gaan heten. Hij gaat daarmee door als onderminister van Defensie onder Carter en later minister van Defensie onder Bill Clinton. Na zijn afscheid van de actieve politiek start hij op zijn oude dag samen met o.a. Henry Kissinger, George Schultz en Sam Nunn het Nuclear Security project. Deze organisatie heeft tot doel om het bewustzijn van de gevaren van kernwapens te vergroten en de spanningen tussen de grootmachten te verminderen om zo een kernoorlog te voorkomen.

woensdag 5 april 2017

Jackie I
Een paar weken geleden heb ik de film Jackie gezien. Positief beoordeeld, veel aandacht in de pers. Het is inderdaad een boeiende film geworden. Van begin tot einde word je als kijker meegenomen in het drama van een jonge vrouw die haar man verliest door een bloedige aanslag. Ze hoort het niet van anderen, maar zit er naast op het moment dat het gebeurt. Ze houdt zijn bebloede hoofd in haar schoot op de achterbank van de auto, die in razende vaart naar het Parkland Hospital rijdt. Wat begon met een prachtige morgen eindigt met een koude avond in Washington. Ze keert terug als weduwe. Johnson is de nieuwe president. De film toont de periode tussen de moord en de begrafenis. Alles wat geregeld moet worden, hoe ze ronddwaalt door de woonvertrekken van het Witte Huis, contact heeft met broer Robert en met de nieuwe president. Zij bepaalt hoe de begrafenisplechtigheden eruit zullen zien.
Een drama zonder conflict
Waar normaliter een conflict om een erfenis, de strijd tussen vader en zoon, meerdere mannen dingen naar de hand van een vrouw (of andersom) een film draagt, ontbreekt hier een conflict. Conflictstof te over: Johnson (de bruut uit Texas) wil snel in het Witte Huis, maar Jackie (gesteund door haar zwager Bobby) wil graag nog even in het Witte Huis blijven wonen. Ethel, de vrouw van Bobby, wordt jaloers op de grote hoeveelheid tijd die haar man aan zijn schoonzuster besteedt. Jackie wil een hele andere plek op het kerkhof van Arlington dan volgens de officiële procedures mogelijk is. Niets van dat alles: wij leven intens mee met de lotgevallen van de weduwe. Daardoor lijkt het soms op een documentaire, ook doordat een film van een rondleiding door het Witte Huis door Jackie nagespeeld wordt en in de film beelden worden gebruikt van de echte begrafenisplechtigheden in 1963.
Schijn en werkelijkheid
Het huwelijk tussen Jack en Jackie was niet gelukkig. Kennedy maakte b.v. in de zomer van 1955 een reis naar Zweden voor een bezoek aan Gunilla von Post, een jonge vrouw die hij twee jaar eerder in 1953 kort voor zijn huwelijk aan de Franse zuidkust had ontmoet. Toen Jack hem na dat Zweedse bezoek  vertelde, dat hij van Jackie wilde scheiden, zei de vader tegen zijn zoon: “Can’t you get it  into your head it’s not important what you really are? The only important thing is what people think you are!” De schijn ophouden was voor de Kennedy familie heel belangrijk.
Een miskraam

In 1956 was Jackie hoogzwanger; dat weerhield haar man er niet van om zoals gewoonlijk met een paar maten in de zomer af te reizen naar de Franse Riviera om daar met een boot van haven naar haven te zeilen. In elke havenplaats was er verse aanvoer van voedsel en dames. Toen het bericht doorkwam dat Jackie een miskraam had gehad, moest een lid van het gezelschap hem ervan overtuigen dat hij nu toch echt naar Amerika moest afreizen om zijn vrouw bij te staan en dat anders zijn huwelijk (en dus zijn kansen om ooit president te worden!) voorbij zouden zijn. Hij deed dat pas drie dagen, nadat hij het bericht van de miskraam had gekregen. Toen Jackie het ziekenhuis verliet, ging zij niet naar hun eigen huis, maar naar het huis van haar stiefvader, Hugh Auchincloss. Uit deze tijd dateert het verhaal, dat Jackie wou scheiden en dat schoonvader Joe haar een miljoen dollar bood, uit te betalen bij de scheiding, maar pas na de verkiezingen van 1960, als zij tot die tijd met Jack getrouwd wilde blijven. Jackie zou gezegd hebben: “U denkt dat iedereen voor geld te koop is”. Hij zou gezegd hebben: “Ik ben nog nooit iemand tegengekomen bij wie dat niet zo was”.

donderdag 23 maart 2017

The Best and the Brightest

Een interessante parallel
In De Volkskrant van 16 maart 2017 stond een stuk over de dreun die de PvdA heeft gekregen. Daarin werd o.a. opgemerkt dat de PvdA niet beloond was voor het nemen van verantwoordelijkheid, terwijl de partij toch haar grootste talent in het kabinet had geïnvesteerd: Samson, Dijsselbloem, Asscher. De auteur noemde hen ‘the best and the brightest’. Ze hadden een idee over hoe het moest met Nederland, hielden daar tegen de mening van een groot deel van hun eigen achterban aan vast en dat leidde uiteindelijk tot een desastreuze neergang. Ze vertrouwden te veel op hun eigen gelijk. Met ‘the best and the brightest’ refereert de schrijver aan een beroemd boek van David Halberstam met deze titel uit 1969. Halberstam heeft veel meer geweldige boeken geschreven. Ik noem er een paar: The Fifties uit 1993 over de vele beeldbepalende verschijnselen en veranderingen waarvan verschillende zich jaren later ook bij ons voordeden o.a. het ontstaan van warenhuizen, de aanleg van het snelwegennet, het boek Peyton Place en de Lucy Ball Show op de televisie. In 2007 publiceerde hij The Coldest War, een bijna episch verhaal over de oorlog in Korea. Als Halberstam niet omgekomen was bij een auto-ongeluk, had hij ongetwijfeld nog meer prachtboeken geschreven.

“You can’t beat brains”.
John Kennedy verzamelde een reeks knappe koppen om zich heen. Naast ervaren mannen als Dillon op Financiën en Rusk op Buitenlandse Zaken en een topmanager als McNamara op Defensie haalde hij ook heel wat intelligente lieden uit Harvard. Arthur Schlesinger,  John Kenneth Galbraith en Carl Kaysen zijn maar een paar voorbeelden. Kennedy - zelf aan Harvard afgestudeerd – was een politicus die nadenken op basis van kennis (en een grote mate van pragmatisme) belangrijker vond dan ideologie. MacGeorge Bundy stapte van Harvard waar hij op vierendertigjarige leeftijd Dean van de Faculteit voor Arts en Sciences was geworden over naar het Witte Huis. Hij werd daar de man die het hele beleidsvoorbereidende mechanisme van adviseren over te nemen besluiten, het plannen van vergaderingen enz. op het gebied van Buitenlandse Zaken en Defensie draaiende hield. Kennedy bewonderde hem vooral om zijn intellect: “You can’t beat brains”. Bundy had bij veel zaken op buitenlands gebied in het Witte Huis een zware stem. Zijn mening woog zwaar bij Kennedy, hij was een onafhankelijk denker, niet bang om de president tegen te spreken. Dean Rusk, de minister van Buitenlandse Zaken, was regelmatig geïrriteerd over het feit dat het buitenlands beleid vaak op het Witte Huis - en buiten BZ om – werd gemaakt. Over Bundy en zijn broer – die ook deel uitmaakte van de regering Kennedy – heeft Kai Bird in 1998 een interessant boek gepubliceerd. De titel geeft de politieke opvatting van Bundy goed weer: The Color of Truth (is Gray). Bundy was een man van het midden net als zijn baas. ‘The vital center’: vanuit het centrum met kleine stapjes vooruit.

Ervaring of intellect? Hoogmoed voor de val?
Niet iedereen was zo verrukt van al die intellectuelen in en rond de regering. Zoals de oude garde b.v. Sam Rayburn, de Speaker van het Huis van Afgevaardigden, ooit verzuchtte dat het fijn geweest zou zijn, als Kennedy wat bestuurservaring had gehad  (“ooit eens sheriff was geweest waar dan ook”), zo hadden ook anderen hun bedenkingen bij al die mannen met hun boekenwijsheden. Iemand schreef jaren later: “There was this sense of infallibillyty, which I must say is what exasperated me about the Kennedy administration. I knew many of these people. They were arrogant bastards, Kaysen perhaps most of all, but also Schlesinger and Galbraith …They always knew what the interest of another country was much better than the natives”.

In Vietnam zou uiteindelijk blijken hoe erg ze ernaast zaten.

woensdag 8 maart 2017

The great Society van Lyndon Baines Johnson
LBJ leeft bij de meesten van ons voort als de man die Amerika steeds verder meesleepte in het moeras van de oorlog in Vietnam. Hij verhoogde het aantal troepen tot meer dan 500.000 man en hij maakte gebruik van zware bombardementen. ‘Johnson moolenaar’ verdwijnt in januari 1969 uit de wereldgeschiedenis. Er wordt gemakkelijk vergeten wat hij op sociaal gebied allemaal voor mekaar wist te krijgen.
Hij wint de verkiezingen voor het presidentschap 1964 tegen Goldwater met een landslide (61.1 % tegen 38.5 %, 486 kiesmannen tegen 52 kiesmannen) en heeft zowel in het Huis van  Afgevaardigden als in de Senaat een hele grote meerderheid. Daar doet hij vervolgens ook wat mee!
Hij jaagt – Johnson wist hoe hij de wetgevende organen moest bespelen – een reeks van wetten door het Huis van Afgevaardigden en de Senaat. Arme mensen hadden eind jaren ’50 van de vorige eeuw alleen maar ellende te verwachten, als ze ernstig ziek werden. Een 75-jarige vrouw getuigde in 1959 dat ze bij een liefdadigheidsziekenhuis in de wachtrij moest gaan staan om medische verzorging te krijgen. Een gewone dokter konden zij en haar man onmogelijk betalen. Pogingen van de Democraten om daar verandering in te krijgen worden door ‘The Powers That Be’ fel bestreden. De American Medical Association besteedde 50 miljoen dollar om een bescheiden begin van wat nu Obamacare is tegen te houden. Medicare garandeerde ouderen na 1964 wel verzorging in het ziekenhuis. Ingebakken in het programma zat ook de eis om alle vormen van rassenscheiding op te heffen. Alle patiënten moesten geaccepteerd worden ongeacht hun kleur, ras of afkomst. Kamers, afdelingen, verdiepingen en gebouwen moesten worden geïntegreerd. Ziekenhuizen moesten uitdrukkelijk hun best doen om ander dan blank personeel in dienst te nemen.
Ook in het onderwijs was de nood in die tijd hoog. In Kentucky zaten soms meer dan zestig kinderen in een klaslokaal. De Elementary and Secondary Education Act zorgde ervoor dat elke staat al naar gelang het aantal kinderen in huishoudens met een laag inkomen extra geld kreeg. De uitgaven voor deze sector van het onderwijs stegen vanaf 1958 tot nu van 2 % van het onderwijsbudget tot 13 %. Ook bij deze federale aanvulling van het onderwijsbudget van de states werd de wettelijke eis gesteld, dat scholen geïntegreerd moesten worden. Het aantal zwarte studenten ging van 2 % naar 23 %. Tussen 1968 en 1980 ging daalde het percentage zwarte kinderen dat gesegregeerde scholen bezocht van 77,5 % naar 26,5 %.
De Civil Rights Act van 1964 verordende de integratie van alle openbare ruimten: hotels, zwembaden bussen enz. Voor 1965 gold in de elf oude staten van de Confederacy en in Delaware, Kansas, Maryland, Missouri, Oklahoma (de Border States) het oude regiem. In Alabama slaagde slechts 11 % van de zwarte Amerikanen erin om te stemmen. Zo groot waren de belemmeringen die hen  in de weg werden gelegd. In 1970 stemde 75 % van de zwarte Amerikanen daar wel.
In de Voting Rights Act van 1965 werd vastgelegd dat staten met een geschiedenis van discriminatie – lees de zuidelijke staten! – veranderingen in hun stemprotocollen vooraf aan het ministerie van Justitie moesten voorleggen. Het Hooggerechtshof onder opperrechter Roberts heeft die bepaling een tijd geleden buiten werking gesteld. Ja, dan is de beer los. Arizona, North Carolina en Texas schrapten in 2016 886 stembureaus voornamelijk in buurten van minderheden. Als je dan ook ‘early voting’ flink inperkt, kunnen heel veel kiezers alleen op 8 november zelf gaan stemmen. Dat leidt tot lange rijen wachtenden en tot een flink aantal mensen dat helemaal niet meer gaat stemmen.
Ook het voedselbonnenprogramma is een resultaat van Johnsons wetgevende arbeid. 13 % van de Amerikaanse bevolking profiteert daar nu van. Door Medicaid zorgt de federale overheid ervoor, dat ook arme Amerikanen medische zorg krijgen. Dat zijn er op dit moment 73 miljoen. De Republikeinse meerderheid in beide huizen van het parlement wil stevig inhakken op al deze programma’s.
Wat gaat Donald Trump doen? Gaat hij deze afbraakplannen steunen? Plannen die ingaan tegen de belangen van de mensen die op hem gestemd hebben?



donderdag 23 februari 2017

Echte fraude!
Wisselende berichten uit Amerika. De ene dag zegt Trump dat hij geen onderzoek wil naar stembusfraude bij de verkiezingen in november. In het weekend van 11 en 12 februari evenwel beweerde een belangrijke medewerker van hem in een televisie-interview, dat er b.v. in New Hampshire op grote schaal gestemd zou zijn door kiezers die uit Massachusetts met bussen waren aangevoerd.
Vroeger was alles beter
Tijdens de lange spannende verkiezingsnacht in november 1960 belde John Kennedy met burgemeester Richard Daley van Chicago. Het zou er om spannen in Illinois. “Mr. President”, antwoordde Daley, “with al little bit of luck and the help of a few close friends, you’re going to carry Illinois.” Victor Lasky beschrijft in zijn boek It didn’t start with Watergate uit 1977, dat b.v. doden uit hun graven opstonden om op Kennedy te stemmen. Als de bemanning van de stembureaus, het beheren van de kiesregisters en het opmaken van de uitslagen in die stembureaus allemaal in handen is van Daley ‘en zijn vrienden’, kan er veel geregeld worden ten behoeve van de ‘goede’ Democratische zaak. Ook Seymour Hersh vertelt hierover in The Dark Side of Camelot uit 1997.
‘Landslide’ Johnson
 In 1947 nam Lyndon Johnson het in de Democratische primary in Texas voor een zetel in de Senaat op tegen ‘Coke’ Stevenson, een populaire oud-gouverneur. De uitslag bij de algemene verkiezingen in november stond al bij voorbaat vast: een Democratische kandidaat zou winnen, dus ging het om de primary. In die tijd was stemmen met de hand tellen de gangbare procedure en de uitslagen kwamen binnen op de dag zelf en m.n. in de dagen na de verkiezing. Als je over de goede relaties beschikte, de plaatselijke machthebbers in je zak had of ‘voor wat hoort wat’ toepaste, kon je zorgen voor stembusresultaten die steeds flink wat beter waren dan wat je concurrent had gekregen.
Johnson heeft extra stemmen nodig
De extra stemmen nodig om de meerderheid van concurrent Stevenson te overtreffen komen uit The Valley, een gebied in het Zuiden van Texas. Op de zesde dag na de verkiezingen komen er opnieuw correcties ten gunste van Johnson binnen. Zo worden b.v. de resultaten vastgesteld voor Jim Wells County en nu blijkt de uitslag in precinct 13 van Luis Salas niet 750 tegen 60, maar 950 tegen 60. Met nog veel meer van dergelijke correcties wint Johnson uiteindelijk met 87 stemmen verschil op een totaal van 988,295.
De derde macht: “Let the courts decide”.
Er komen dan van beide partijen rechtszaken eerst op het niveau van de staat en tenslotte tot bij het Supreme Court, er ontstaat een race om de klok. In Texas wenden de klagers zich tot de rechter om de stembussen met daarin de stembriefjes en de tellijsten te laten openen en controleren. In Washington vraagt een advocaat namens Johnson een rechter van het Hooggerechtshof om een verbod om de stembussen te openen. Motief: het is niet aan een federaal rechter om zich te mengen in een zaak van de staat Texas.
De spanning stijgt en midden in de rechtszaak in Texas - bijna op het moment dat de stembussen geopend moeten worden - komt bericht uit Washington: de behandeling van de zaak moet onmiddellijk stoppen.

De nieuwe senator voor Texas kreeg in Washington de bijnaam ‘Landslide’ Johnson.

zaterdag 11 februari 2017

Nog meer Trumps?
Die vermaledijde opiniepeilers hebben het helemaal niet zo slecht gedaan! Nate Silver van Fivethirtyeight voorspelde voor Clinton een voorsprong van iets meer dan 2%. Uiteindelijk heeft zij aanzienlijk meer stemmen meer behaald dan Trump. In 2000 werd George Bush president ondanks het feit, dat Al Gore 0,5% meer had van de popular vote. Denk aan 1960 Kennedy – Nixon, 1968 Nixon – Humphrey, 1976 Ford – Carter en dus 2000 Bush – Gore. De negatieve marge van Trump is 2.1! Zo zout hebben we het lang niet gegeten.

Waarom is ze dan geen president geworden?
Omdat ze Barack Obama niet is. Hij won in 2008 en 2012 o.a. omdat hij als zwarte kandidaat in cruciale zuidelijke staten als Florida en North Carolina veel zwarte kiezers naar de stembus wist te krijgen, die in vorige jaren helemaal niet waren gaan stemmen. De beelden van Obama die in hemdsmouwen goedvolle toespraken hield in Florida ten gunste van Clinton waren bedrieglijk. Zijn gehoor hield van hem, applaudisseerde voor hem, maar dat betekende niet automatisch dat ze ook voor een blanke vrouw- ze won Florida niet - gingen stemmen.
Omdat ze vanuit New York te weinig oog had voor en te weinig aandacht en geld besteedde aan de organisatie in staten als Florida en zich helemaal niet of nauwelijks heeft laten zien in staten als Michigan en Pennsylvania waar al die ‘deplorables’ wonen.

Het einde van de American Dream
Michigan en Pennsylvania, dat gebied heet ook wel de ‘Rust Belt’. Het is het kerkhof van de teloorgegane Amerikaanse maakindustrie. Het welvarende Amerika met kansen voor iedereen bestaat daar al lang niet meer. Witte mannen huwden vroeger jong en hadden werk: in 1950 had 86% van de witte beroepsbevolking een baan. Van de vrouwen werkte slechts 34% in doorgaans lagere functies. Omdat er werk was, kansen waren en de levensstandaard voor iedereen met werk hoog was, werden verschillen in inkomen en vermogen geaccepteerd; de mythe van het land van de onbegrensde mogelijkheden.
Vanaf de jaren ’60 verandert dat m.n. voor laagopgeleide witte Amerikanen (landelijke cijfers):
College niet afgemaakt:                werk:                    van 95% naar 80% in 2016.
College niet afgemaakt:                getrouwd:          van 90% naar 50% in 2016.
Werknemers met een universitair diploma op zak verdienen veel meer dan werknemers met een gewoon diploma. Tweeverdieners met een universitair diploma verdienden in 2012 vergeleken met 1979 ongeveer 28.000 dollar meer dan tweeverdieners met een gewoon diploma.
Waar voor alle overige groepen – zwart, latino, hoger en hoog opgeleid - de levensverwachting steeg, is die voor blanken met een lage opleiding fors gedaald. Belangrijke factor daarbij is drugsgebruik.

Een groot deel van de Amerikanen gaat zelden stemmen. Dat zijn de onbereikbaren, mensen die van het systeem niets meer verwachten en de ontevredenen die wel klagen, maar niet stemmen. In 2012 ging 77% van de hoogopgeleiden stemmen tegen 55% van de laagopgeleiden. In 2012 won Obama in Florida met 74.000 stemmen, terwijl 2,5 miljoen laagopgeleiden niet gingen stemmen. In 2012 won Obama landelijk met 5 miljoen stemmen, maar 47 miljoen kiesgerechtigden met alleen high school daar gingen niet stemmen. Wie uit dat reservoir van slapende stemmen een flink deel weet te mobiliseren kan verkiezingen winnen.

woensdag 25 januari 2017

Ivanka als First Lady?
Abraham Lincoln nam in 1861 bij het begin van zijn presidentschap een aantal van zijn rivalen in zijn cabinet op. Edward Bates kwam op Justitie, Salmon Chase op Financiën en William Seward op Buitenlandse zaken. Insiders verwachtten dat deze ervaren politici de man uit Springfield (Ilinois) zouden dominerenm maar Lincoln speelde hen tegen elkaar uit. Hij wist de steun te verwerven van Chase en domineerde hen tenslotte allemaal, omdat hij gewiekster was en de vooruitziende staatsman bleek te zijn. In 2005 publiceerde Doris Kearns Goodwin een prachtig boek hierover Team of Rivals. Oliver Stone baseerde er zijn film Lincoln mede op. Toen Barack Obama in 2008 aan zijn presidentschap begon, maakte hij Hillary Clinton, die zijn rivale voor de Democratische nominatie was geweest, minister van Buitenlandse Zaken. Vicepresident Joe Biden werd belast met de coördinatie van het buitenlandse en defensiebeleid, waarbij natuurlijk ook Susan Rice, de ambassadrice bij de Verenigde Naties betrokken was. Richard Holbrooke werd speciaal afgezant voor Afghanistan.
Wie zal Trump terzijde staan bij officiële verplichtingen, bij allerlei evenementen in politiek Washington? Normaliter zou dat zijn derde echtgenote Melania zijn, maar er wordt geschreven dat zij de rol van First Lady helemaal niet ambieert en dat zijn dochter Ivanka aan de zijde van haar vader de rol van ‘First Daughter’ op zich zal nemen. Zij is niet alleen een knappe verschijning, maar ook een succesvolle zakenvrouw. Haar vader luistert naar haar; zij weet hoe zij hem moet aanpakken.
Hiervoor is een precedent in de Amerikaanse geschiedenis, maar dan op een niveau lager, dat van een lid van de regering. Salmon P. Chase was driemaal binnen tien jaar weduwnaar geworden. Zijn dochter Kate stond hem in Washington terzijde bij officiële gelegenheden. William Russell, een journalist van The Times in Londen, omschreef haar als “zeer aantrekkelijk, prettig in de omgang en levendig”. Ze heeft “een melodieuze stem, ze houdt haar hoofd een beetje omhoog en heeft een zwakke bijna neerbuigende glimlach op haar lippen”. Ze was de koningin van politiek Washington.

Mannen overlaadden haar met complimenten en gingen op hun knieën voor haar. Hoewel door vele mannen begeerd, sloeg zij alle huwelijksaanzoeken af en bleef bij haar vader. In 1861 echter ontmoette zij William Sprague, de gouverneur van Rhode Island. De eerste keer dat ze elkaar zagen, klikte het meteen. Hij bezat een grote kledingwarenfabriek, verschafte werk aan meer dan tienduizend arbeiders en beschikte over enorme politieke invloed in zijn staat. Kate die gewend was te bevelen en gehoorzaamd te worden, was onder de indruk van dit zelfverzekerd heerschap. Door de burgeroorlog moesten ze hun huwelijksplannen eerst in de ijskast zetten. Bij de trouwplechtigheid op twaalf november 1863 waren vijftig genodigden aanwezig waaronder de president en het hele cabinet. Op de receptie kwamen nog eens vijfhonderd gasten. Er werd beweerd dat de tiara die zij kreeg van haar aanstaande $50,000 waard was. Helaas werd het niet alleen maar rozengeur en maneschijn. Sprague zag haar niet als gelijkwaardig partner en was erg op de penning. Hoewel in het bezit van een miljoenenfortuin had hij felle kritiek op zo goed als elke uitgave van haar. Zij vroeg zich in haar dagboek af of hij niet volledig gefixeerd was op geld, dat toch niet meer dan een hulpmiddel was. Interesses in literatuur, kunst e.d. had hij niet. Hij begon opnieuw te drinken, wat leidde tot ruzie en als hij weer nuchter was beloftes om anders te gaan leven enz. Kate vroeg zich af de problemen niet ook aan haar verwachtingen lagen. “Trots, hartstochtelijk en onverdraagzaam, had ik nooit geleerd mij te schikken naar anderen”.  Na haar vaders dood in 1873 liep hun huwelijk spaak. Ze begon een affaire met de senator voor New York Roscoe Conkling. Toen haar man hen betrapte, ging hij Roscoe achterna met een geweer. Nadat het echtpaar een gewelddadige ruzie had gehad, waarbij haar man probeerde haar uit het raam van hun slaapkamer te gooien, vroeg zij scheiding aan. Ze keerde terug naar Washington. Daar overleed ze in armoede op vijfentachtigjarige leeftijd.

woensdag 11 januari 2017

Wat is een ‘faithless elector’ en mag je een wapen dragen?
In Amerika word je president door de meeste electorale stemmen te winnen. Alle kiesmannen worden geacht hun stem uit te brengen op de kandidaat die hun staat gewonnen heeft.
Art Sisneros is een kiesman in Texas die heeft overwogen zijn stem niet op Trump uit te brengen (dan zou hij een ‘faithless elector’ zijn geworden). Nadat hij had vastgesteld dat hij niet op Trump kon stemmen, heeft hij zijn mandaat als kiesman teruggegeven. In een uitvoerig stuk op zijn website legde hij uit waarom.
Hij stelt dat christenen in een moeilijke positie verkeren. Kunnen zij stemmen op iemand van wie het twijfelachtig is of hij wel het echte geloof belijdt? Trump heeft, zo zegt hij, dingen gedaan die te onfatsoenlijk zijn om te beschrijven, maar dat geldt ook voor Clinton. Hij gaat dan verder met citaten uit de Bijbel, omdat die voor hem maatgevend is voor wat wel en niet te doen. Ofschoon dat voor hem duidelijk het zwaarste weegt, ga ik op dat deel van zijn argumenten verder niet in.
Hij besteedt ook veel tijd aan zijn standpunt over de functie van het Electoral College en dan zijn we terug bij de vraag wat de Founding Fathers bedoelden. Nu die bedoelden wel degelijk, dat de kiesmannen zouden bekijken of een kandidaat geschikt was voor het hoge ambt. Hamilton en anderen formuleerden daar een reeks eisen voor: het moest een gekwalificeerde kandidaat zijn, voorkomen moest worden dat een demagoog of een charlatan werd gekozen en het mocht ook niet iemand zijn die onder buitenlandse invloed stond. Sisneros haalt ook het onderscheid tussen een democratie en een republiek aan. In een democratie, zo zegt hij, regeert het volk direct, in een republiek doen dat de vertegenwoordigers van het volk en die hebben een eigen taak.
Natuurlijk is Sisneros’ standpunt anno 2017 onhaalbaar. De oplossing voor de tegenstelling tussen een meerderheid behalen bij de kiesmannen en een minderheid van het totaal aantal stemmen zoals bij Trump vs. Clinton ligt niet in het oppoetsen van de positie van de kiesmannen (en –vrouwen). We leven niet meer in de achttiende eeuw.
Interessant om te vermelden is dat dit weer een voorbeeld is van de voortdurende interpretatiestrijd in de VS over de Constitution. Sommigen – vaak ter rechterzijde – vinden dat deze letterlijk geïnterpreteerd moet worden. Dus als er staat dat mensen wapens mogen dragen, dan mogen ze wapens dragen. Dat ‘to bear arms’ verwijst naar de militaire dienst (gebaseerd op het Latijnse ‘arma ferre’) willen ze niet horen. ‘To bear arms’ slaat dus niet specifiek op pistolen of geweren, maar op al het militaire materiaal ook b.v. voor de oorlog op zee. De steden kregen het recht om in een arsenaal wapens te bewaren voor het geval de overheid onrechtmatige actie tegen de burgers zou ondernemen. Wat voorstanders van het recht om een wapen te dragen – een gevoelig onderwerp in de strijd tussen Clinton en Trump – ook doen is de documenten uit de begintijd van de VS plunderen op zoek naar zinsdelen die hun standpunt bevestigen. Ze citeren dan b.v. triomfantelijk ‘the right to bear arms for the defense of themselves’ en vergeten dan de rest van die zin ‘and their own state or the United States’. Let op dat er steeds gebruik wordt gemaakt van het meervoud b.v. ‘arms’.

Een ander voorbeeld van strijd over de interpretatie van  de Constitution komt uit de negentiende eeuw. Ten tijde van de Amerikaanse Burgeroorlog waren er in het Zuiden veel politici die betoogden dat de VS een unie was van staten die zich vrijwillig met elkaar hadden verbonden en dat een staat dus ook weer op elk moment gewenst moment uit die unie kon stappen. Lincoln zag dat anders. Kan de federale overheid wetten aannemen, maatregelen treffen die voor elke staat gelden? Gouverneur George Wallace in Alabama dacht daar in 1963 anders over dan president John Kennedy. Een laatste voorbeeld is welke tekst meer gelding zou moeten hebben: de Declaration of Independence waarmee het allemaal begon (“All men are equal enz.”) of de Constitution die daarna kwam?