donderdag 17 augustus 2017

Test uw vooroordelen!

“Luidruchtig in gesprekken. Wat hij aan argumenten tekortkomt, maakt hij goed met stevige beloften”.
Na zijn nominatie haalden de handlangers van de macht in Washington hun neus voor hem op.
“Moge de plattelandslaadstokken (maar ook figuurlijk bedoeld ‘de bullebakken’) het kruit van de gelijkheid in onze nationale kanonnen stampen en samen met de stem van het volk de tegenstander omverblazen”.
Vechten en zich op geweld beroemen was niet ongebruikelijk in de kringen van zijn aanhangers. “Als ik word gekozen, zal je de regering herkennen aan de afdruk van deze vijf knokkels”.
Met zijn komst werd bluffen gebruikelijk.
Op wie slaat dit?  Je zou zeggen dat dit allemaal uitspraken zijn van of over Donald J. Trump, maar dat is niet zo. Het gaat hier over Andrew Jackson, president van de Verenigde Staten van 1828 tot 1836. Man van het volk, afkomstig van Tennessee. Ik kwam ze tegen in White Trash van Nancy Isenberg, een boeiend boek over hoe vanaf de start van Amerika tegen de onderklasse aan werd gekeken. Ondanks fraaie uitspraken als “All men are equal” van Tomas Jefferson, was ook hij al van mening dat er een bepaalde laag in de samenleving was, die hij liever kwijt dan rijk was. Elke president kiest drie portretten van voorgangers uit om in de Oval Office te laten hangen. Trump heeft bij die drie wel Andrew Jackson uitgekozen!

Unamerican?
Na de onlusten in Charlottesville kwamen verschillende politici met uitspraken dat wat daar was gebeurd ‘deeply unamerican’ was. Dat staat nog te bezien – dat ‘deeply’- , maar het is aanzienlijk beter dan wat Donald zei. Eerst zegt hij wat hij denkt en daar word je – en ook de meerderheid van de Amerikanen gelukkig! – niet vrolijk van. Dan wordt op hem ingepraat en wordt er door leden van zijn staf een nieuwe toespraak voor hem geschreven. Hij veroordeelt nu netjes het geweld van neonazi’s, leden van de KKK e.a. Hij zegt dat het in strijd is met alle waarden waar Amerika voor staat. Hij heeft het over “unite the country” en dat “we must love each other”. Kort daarna begint hij tegen leden van zijn inner circle te fulmineren over de wijze waarop hij door de pers is behandeld. Bij de volgende persconferentie vliegt hij uit de bocht. Het moment was bedoeld voor de aankondiging van bepaalde belangrijke projecten op het gebied van de infrastructuur, maar Donald verklaart nu dat ook aan rechterzijde in Charlottesville “very, very fine people’ deelnamen. Leden van zijn staf staan er met neergebogen hoofd bij.

Tot slot

Een politicus die stemmen kwam werven, steeg af van zijn paard en greep de viool van iemand uit zijn gehoor om te laten zien “that he could play his music” en dus net zo gewoon was zij. Na de verkiezing keerde de politicus terug naar zijn fraaie woning en veranderde er in het leven van de ‘gewone man’ niets.

vrijdag 4 augustus 2017

Eendracht maakt macht!
Vorige week heeft de Senaat diverse pogingen gedaan om Obamacare te herroepen. Al deze voorstellen werden verworpen, in de spannendste variant met 51 tegen 48 stemmen. Daar valt wel wat over te zeggen. Ten eerste is het opvallend dat ook heel veel Republikeinse senatoren soms nog geen dag vooraf wisten wat het voorstel zou inhouden, waar zij voor of tegen konden stemmen. Ten tweede is het opvallend dat  - omdat deze wetsvoorstellen zo kort vooraf pas werden gepubliceerd – er geen besprekingen en hoorzittingen met experts in de relevante commissie(s) werden gehouden en er geen doorrekeningen van de kosten van een onafhankelijk overheidsbureau op tafel lagen. Gebruikelijk is dat een wetsontwerp in het openbaar in een commissie wordt besproken; daarbij worden deskundigen gehoord, stellen de leden hun vragen, uiteindelijk stemt de commissie en daarna komt het aan de orde in de voltallige Senaatsvergadering.

Polarisering
Niets van dit alles dit keer. In het diepste geheim – zelfs voor veel leden van de eigen Republikeinse partij - werden zaken voorbereid. De senatoren van de andere partij werden er helemaal buitengehouden. De Senaat is zo gepolariseerd dat men als een blok dient te stemmen en dat een paar afvalligen dus het resultaat kunnen bepalen. Zou men vroeger gestreefd hebben naar een breed gedragen voorstel, nu is zelfs 50-50 voldoende voor de Republikeinse diehards, want in zo’n geval geeft hun vicepresident de doorslag. Normaliter zit hij alleen voor en stemt niet mee, maar bij 50-50 geeft zijn stem de doorslag. Een aantal jaren geleden was dat nog anders. De benoeming van Hillary Clinton tot minister van Buitenlandse zaken werd in 2008 met meer dan negentig (!) stemmen door de Senaat bekrachtigd. Daarna is het klimaat grondig verziekt. Door de Republikeinse meerderheid aangenomen wetten werden door president Obama met een veto getroffen en voorstellen van Obama werden door de Republikeinen geblokkeerd, niet aanvaard. Tegen Obamacare – toch door het Huis van Afgevaardigden en de Senaat aanvaard – werd door sommige Republikeinen daarna een procedure tot aan het Hooggerechtshof aangespannen.

De jaren vijftig
Hoe anders ging dat in de jaren vijftig van de vorige eeuw! In schril contrast met de situatie van nu was er een brede consensus over hoe het met Amerika verder moest. De Republikeinse president Eisenhower deed na 1952 geen poging de vernieuwingen van Roosevelt (New Deal) en Truman (Fair Deal) op het gebied van social security terug te draaien. In de Senaat beschikten de Democraten vanaf 1954 over de meerderheid. Dat betekende dat ze in alle commissies de voorzitters leverden. Je zou denken dat ze hun voorstellen er in hoog tempo doorheen zouden kunnen jagen. De Democraten waren echter een verdeelde club. Een flink aantal van hen de zg. Dixiecrats kwam uit het Zuiden (Alabama,Texas, Mississippi enz.). Zij waren het op b.v. het gebied van arbeidsrecht, minimumloon en natuurlijk de rechten van de zwarte Amerikanen vaak fundamenteel oneens met hun partijgenoten uit het Noordoosten.

Lyndon Johnson

De leider van de democratische meerderheid, Lyndon Johnson, moest regelmatig gelegenheidscoalities smeden b.v. van Democratische senatoren minus de zuidelijke samen met een groep gematigde Republikeinse. Dat hij die kunst beheerste laat Robert Caro heel interessant met tal van voorbeelden zien in Master of the Senate, deel drie van zijn inmiddels vierdelige biografie van Johnson. Daarvoor moet je goed weten hoe je collega’s over kwesties denken en of ze over te halen zijn tot een bepaald standpunt. Misschien blijven ze tegen, maar willen ze bij de beslissende stemming wel niet op komen dagen. Dat helpt ook. Soms kun je ze ook paaien door te zeggen “Als jij nu dit keer voor mijn voorstel stemt, zorg ik ervoor, dat wij straks voor die grote dam in jouw staat stemmen”. Dat heet politiek bedrijven. Je pappenheimers kennen is belangrijk, interesse tonen in hun persoonlijke wederwaardigheden ook en ja, soms helpt zwaaien met de geldbuidel ook. Natuurlijk was dat een andere tijd: niet alles kwam op tv, minder tv-zenders, geen internet en Facebook waardoor wat je zegt en hoe je stemt korte tijd later op het internet staat. Het zou goed zijn als iets van die oude sfeer van samenwerking tussen beide partijen weer wat terug zou komen.