donderdag 19 oktober 2017

Weten we straks wie het nu echt heeft gedaan?
De film in 1992 JFK van Oliver Stone rakelde de discussie over de moord op Kennedy in 1963 weer helemaal op. Hoewel er een hoop onzin in de film zit, werden aanhangers van complottheorieën gesterkt in hun redeneringen. Hoezo onzin? Stone geeft in zijn film veel aandacht aan het onderzoek van Jim Garrison, een officier van justitie in New Orleans. Heel dramatisch hoe Garrison als eenzame strijder wordt neergezet, maar zijn onderzoek was gebaseerd op heel veel aannames en weinig feiten. Dat geldt ook voor Oliver Stones suggestie dat Kennedy uit de weg geruimd werd door een complot van het leger en de CIA. Hij zou de oorlog in Vietnam hebben willen beëindigen en dat was geen prettig vooruitzicht voor de wapenindustrie. Laat nu de wapenindustrie niet te klagen hebben gehad over Kennedy! Onder zijn bewind ging de defensiebegroting in zijn eerste jaar met 15% omhoog, hij plande 41 (i.p.v. 29) Polaris duikboten met 16 kernraketten ieder, in 1961 en 1962 kwamen er 207,000 soldaten bij en Amerika verhoogde zijn aantal kernwapens van 20,000 naar 29,000, (Rusland verhoogde zijn aantal van 1,600 naar 4,200). Ja, er zijn mensen die zeggen dat Kennedy hen vertelde, dat hij na zijn herverkiezing al het defensiepersoneel uit Vietnam terug zou trekken, maar hij zei wel meer. Kennedy was een meester in wat compartimentering wordt genoemd. Tegen de een zei hij dit, tegen de ander zei hij dat en in het openbaar weer wat anders. In een tijd dat alles nog via de krant en de drie grote networks ABC, CBS en NBC ging, een tijd waarin niet iedereen een smart telefoontje had, waarin het internet als digitale megafoon niet bestond en waarin het nog van groot belang was om discreet om te gaan met wat de president jou had toevertrouwd, kon hij ‘All things to all men’ zijn.

Openbaarmaking
De commotie na het uitkomen van de film was voor het Congres aanleiding een wet aan te nemen die bepaalde dat een grote hoeveelheid documenten over de moord, die tot dat moment geheim gehouden was, openbaar gemaakt moest worden. Dat is vervolgens gebeurd onder regie van de National Archives. In een reeks publicaties kwam heel wat naar buiten dat de kijk op de moord veranderde. Nu moet u zich van zo’n openbaarmaking ook weer niet te veel voorstellen. Regelmatig zijn woorden, soms zelfs hele zinnen doorgekrast, omdat de CIA van mening was dat dat niet bekend mocht worden. Ja, de CIA heeft tot het laatst een dikke vinger in de pap.

Tsunami van informatie
De rest van de documenten - 3100 documenten die nog nooit eerder bekend gemaakt zijn en meer dan 30.000 andere dossiers die eerder slechts gedeeltelijk gepubliceerd zijn - moet volgens de wet uiterlijk op 26 oktober openbaar gemaakt worden. President Trump is de enige persoon die dat kan tegenhouden. Hij kan om redenen van nationale veiligheid publicatie verbieden. Als publicatie doorgaat, dreigt een informatietsunami. In tegenstelling tot de vorige keer lijkt het erop dat nu alles tegelijk op het internet beschikbaar gesteld zal worden. Dat is een ramp voor de journalistiek en serieuze onderzoekers. De site(s) zullen geblokkeerd raken, omdat iedereen tegelijk op zoek zal gaan naar nieuwe feiten. Omdat de informatie niet geordend wordt aangeboden, zullen journalisten in die geweldige berg van feiten op zoek gaan naar sensationele nieuwtjes en deze uitvergroten. Wat zou naar boven kunnen komen? Nieuwe informatie wellicht over het mysterieuze zesdaagse bezoek dat Oswald een aantal weken voor de moord bracht aan Mexico City.

Wat deed hij daar? Daarover een volgende keer!

donderdag 5 oktober 2017

Mythes en de nuchtere werkelijkheid
Iedere natie heeft zijn nationaal verhaal dat de identiteit bepaalt. De Fransen hebben hun Franse Revolutie, waar koning en koningin en een flink deel van de adel hun leven lieten op de guillotine. Het volk aan de macht! Vrijheid, gelijkheid en broederschap! Niet te lang stilstaan bij het feit, dat niet het volk, maar de hogere bourgeoisie, de laag net onder de regerende klasse, de macht overnam. Nederland heeft Claudius Civilis en natuurlijk de Tachtigjarige Oorlog of zoals tegenwoordig wordt gezegd ‘de Vaderlandse Opstand’. Wij streden daar dapper voor geloofsvrijheid en andere zaken tegen de Spanjaarden. Niet te lang stilstaan bij het feit, dat het voornamelijk huursoldaten uit andere landen en streken waren die voor ons vochten. Ook niet te lang stilstaan bij het feit dat naast de geloofsvrijheid ook het bedreigde carrièreperspectief een belangrijk motief was voor de lokale edellieden om de strijd met Filips II aan te binden. Zij zagen de interessante functies aan hun neus voorbijgaan. Filips II bestuurde zijn rijk centralistisch vanuit Spanje en had een voorkeur voor zijn eigen vertrouwelingen.

De mythe
De Amerikanen hebben The Pilgrim Fathers. Op 16 september 1620 vertrok vanuit Southampton een groep van 102 protestanten naar de Amerikaanse oostkust. Zij landen op Cape Cod - nu een deel van de staat Massachusetts - en zij worden nog steeds beschouwd als de oervaders van de natie. Met hen is het allemaal begonnen. Zij vestigden zich in New England. Lange tijd was Amerika een land van White Anglo Saxon Protestants. Wie je ook was, hoe rijk je ook was, het maakte niet uit, je moest een ‘wasp’ zijn. Deze ‘Wasps’ vormden de overgrote meerderheid en maakten op alle terreinen de dienst uit. John Kennedy was de eerste katholieke (niet-protestante) president.

De werkelijkheid

Lang voordien waren er al bewoners van Amerika. Natuurlijk de Indianen en daarna Engelsen die om diverse redenen daar terecht waren gekomen. In het begin ging het allemaal niet zo democratisch in zijn werk, niks ‘All men are equal enz.’. In 1663 gaf koning Charles II aan acht mannen uitgebreide bevoegdheden om zich te vestigen in de kolonie Carolina en deze te besturen. Wie het voor het zeggen had werd geregeld in de Fundamental Constitutions. Niet alleen werd slavernij toegestaan, maar er werd ook een op de heerschappij van de adel gebaseerde maatschappij ingericht. De acht personen die de hele kolonie in hun bezit hadden vormden samen het hoogste bestuursorgaan dat een absoluut veto had m.b.t. alle voorgestelde wetten. Er bestond ook een bijzondere klasse van mensen onder de vrije mensen, maar boven de slaven. Deze zogeheten ‘Leet-men’ mochten trouwen en kinderen krijgen, maar ze zaten vast aan de grond waarop ze woonden en aan hun meester. Ze konden wel verhuurd worden aan anderen, maar ze konden nooit van hun dienstverband met hun meester afkomen. Net als hun meesters was ook hun status erfelijk. Kinderen van ‘Leet-men’ waren ook weer hun leven lang ‘Leet-men’. Ze waren wel blanken en zo vormden zij met hun blanke meesters een tegenwicht tegen het grote aantal zwarte slaven. South Carolina ontwikkelt zich dan tot een hiërarchisch geordende samenleving met een adellijke bovenlaag, vrije mensen, ‘Leet-men’ en een grote hoeveelheid zwarte slaven. In 1740 vormden dezen 72% van de bevolking van de staat. North Carolina daarentegen werd een moerassig toevluchtsoord voor de armen en de mensen die geen land bezaten. Het werd het ‘afvoerputje van Amerika’. Daar woonden, zo meenden de anderen, nutteloze lomperiken op een broedplaats voor een minderwaardig soort Amerikanen.