woensdag 25 januari 2017

Ivanka als First Lady?
Abraham Lincoln nam in 1861 bij het begin van zijn presidentschap een aantal van zijn rivalen in zijn cabinet op. Edward Bates kwam op Justitie, Salmon Chase op Financiën en William Seward op Buitenlandse zaken. Insiders verwachtten dat deze ervaren politici de man uit Springfield (Ilinois) zouden dominerenm maar Lincoln speelde hen tegen elkaar uit. Hij wist de steun te verwerven van Chase en domineerde hen tenslotte allemaal, omdat hij gewiekster was en de vooruitziende staatsman bleek te zijn. In 2005 publiceerde Doris Kearns Goodwin een prachtig boek hierover Team of Rivals. Oliver Stone baseerde er zijn film Lincoln mede op. Toen Barack Obama in 2008 aan zijn presidentschap begon, maakte hij Hillary Clinton, die zijn rivale voor de Democratische nominatie was geweest, minister van Buitenlandse Zaken. Vicepresident Joe Biden werd belast met de coördinatie van het buitenlandse en defensiebeleid, waarbij natuurlijk ook Susan Rice, de ambassadrice bij de Verenigde Naties betrokken was. Richard Holbrooke werd speciaal afgezant voor Afghanistan.
Wie zal Trump terzijde staan bij officiële verplichtingen, bij allerlei evenementen in politiek Washington? Normaliter zou dat zijn derde echtgenote Melania zijn, maar er wordt geschreven dat zij de rol van First Lady helemaal niet ambieert en dat zijn dochter Ivanka aan de zijde van haar vader de rol van ‘First Daughter’ op zich zal nemen. Zij is niet alleen een knappe verschijning, maar ook een succesvolle zakenvrouw. Haar vader luistert naar haar; zij weet hoe zij hem moet aanpakken.
Hiervoor is een precedent in de Amerikaanse geschiedenis, maar dan op een niveau lager, dat van een lid van de regering. Salmon P. Chase was driemaal binnen tien jaar weduwnaar geworden. Zijn dochter Kate stond hem in Washington terzijde bij officiële gelegenheden. William Russell, een journalist van The Times in Londen, omschreef haar als “zeer aantrekkelijk, prettig in de omgang en levendig”. Ze heeft “een melodieuze stem, ze houdt haar hoofd een beetje omhoog en heeft een zwakke bijna neerbuigende glimlach op haar lippen”. Ze was de koningin van politiek Washington.

Mannen overlaadden haar met complimenten en gingen op hun knieën voor haar. Hoewel door vele mannen begeerd, sloeg zij alle huwelijksaanzoeken af en bleef bij haar vader. In 1861 echter ontmoette zij William Sprague, de gouverneur van Rhode Island. De eerste keer dat ze elkaar zagen, klikte het meteen. Hij bezat een grote kledingwarenfabriek, verschafte werk aan meer dan tienduizend arbeiders en beschikte over enorme politieke invloed in zijn staat. Kate die gewend was te bevelen en gehoorzaamd te worden, was onder de indruk van dit zelfverzekerd heerschap. Door de burgeroorlog moesten ze hun huwelijksplannen eerst in de ijskast zetten. Bij de trouwplechtigheid op twaalf november 1863 waren vijftig genodigden aanwezig waaronder de president en het hele cabinet. Op de receptie kwamen nog eens vijfhonderd gasten. Er werd beweerd dat de tiara die zij kreeg van haar aanstaande $50,000 waard was. Helaas werd het niet alleen maar rozengeur en maneschijn. Sprague zag haar niet als gelijkwaardig partner en was erg op de penning. Hoewel in het bezit van een miljoenenfortuin had hij felle kritiek op zo goed als elke uitgave van haar. Zij vroeg zich in haar dagboek af of hij niet volledig gefixeerd was op geld, dat toch niet meer dan een hulpmiddel was. Interesses in literatuur, kunst e.d. had hij niet. Hij begon opnieuw te drinken, wat leidde tot ruzie en als hij weer nuchter was beloftes om anders te gaan leven enz. Kate vroeg zich af de problemen niet ook aan haar verwachtingen lagen. “Trots, hartstochtelijk en onverdraagzaam, had ik nooit geleerd mij te schikken naar anderen”.  Na haar vaders dood in 1873 liep hun huwelijk spaak. Ze begon een affaire met de senator voor New York Roscoe Conkling. Toen haar man hen betrapte, ging hij Roscoe achterna met een geweer. Nadat het echtpaar een gewelddadige ruzie had gehad, waarbij haar man probeerde haar uit het raam van hun slaapkamer te gooien, vroeg zij scheiding aan. Ze keerde terug naar Washington. Daar overleed ze in armoede op vijfentachtigjarige leeftijd.

woensdag 11 januari 2017

Wat is een ‘faithless elector’ en mag je een wapen dragen?
In Amerika word je president door de meeste electorale stemmen te winnen. Alle kiesmannen worden geacht hun stem uit te brengen op de kandidaat die hun staat gewonnen heeft.
Art Sisneros is een kiesman in Texas die heeft overwogen zijn stem niet op Trump uit te brengen (dan zou hij een ‘faithless elector’ zijn geworden). Nadat hij had vastgesteld dat hij niet op Trump kon stemmen, heeft hij zijn mandaat als kiesman teruggegeven. In een uitvoerig stuk op zijn website legde hij uit waarom.
Hij stelt dat christenen in een moeilijke positie verkeren. Kunnen zij stemmen op iemand van wie het twijfelachtig is of hij wel het echte geloof belijdt? Trump heeft, zo zegt hij, dingen gedaan die te onfatsoenlijk zijn om te beschrijven, maar dat geldt ook voor Clinton. Hij gaat dan verder met citaten uit de Bijbel, omdat die voor hem maatgevend is voor wat wel en niet te doen. Ofschoon dat voor hem duidelijk het zwaarste weegt, ga ik op dat deel van zijn argumenten verder niet in.
Hij besteedt ook veel tijd aan zijn standpunt over de functie van het Electoral College en dan zijn we terug bij de vraag wat de Founding Fathers bedoelden. Nu die bedoelden wel degelijk, dat de kiesmannen zouden bekijken of een kandidaat geschikt was voor het hoge ambt. Hamilton en anderen formuleerden daar een reeks eisen voor: het moest een gekwalificeerde kandidaat zijn, voorkomen moest worden dat een demagoog of een charlatan werd gekozen en het mocht ook niet iemand zijn die onder buitenlandse invloed stond. Sisneros haalt ook het onderscheid tussen een democratie en een republiek aan. In een democratie, zo zegt hij, regeert het volk direct, in een republiek doen dat de vertegenwoordigers van het volk en die hebben een eigen taak.
Natuurlijk is Sisneros’ standpunt anno 2017 onhaalbaar. De oplossing voor de tegenstelling tussen een meerderheid behalen bij de kiesmannen en een minderheid van het totaal aantal stemmen zoals bij Trump vs. Clinton ligt niet in het oppoetsen van de positie van de kiesmannen (en –vrouwen). We leven niet meer in de achttiende eeuw.
Interessant om te vermelden is dat dit weer een voorbeeld is van de voortdurende interpretatiestrijd in de VS over de Constitution. Sommigen – vaak ter rechterzijde – vinden dat deze letterlijk geïnterpreteerd moet worden. Dus als er staat dat mensen wapens mogen dragen, dan mogen ze wapens dragen. Dat ‘to bear arms’ verwijst naar de militaire dienst (gebaseerd op het Latijnse ‘arma ferre’) willen ze niet horen. ‘To bear arms’ slaat dus niet specifiek op pistolen of geweren, maar op al het militaire materiaal ook b.v. voor de oorlog op zee. De steden kregen het recht om in een arsenaal wapens te bewaren voor het geval de overheid onrechtmatige actie tegen de burgers zou ondernemen. Wat voorstanders van het recht om een wapen te dragen – een gevoelig onderwerp in de strijd tussen Clinton en Trump – ook doen is de documenten uit de begintijd van de VS plunderen op zoek naar zinsdelen die hun standpunt bevestigen. Ze citeren dan b.v. triomfantelijk ‘the right to bear arms for the defense of themselves’ en vergeten dan de rest van die zin ‘and their own state or the United States’. Let op dat er steeds gebruik wordt gemaakt van het meervoud b.v. ‘arms’.

Een ander voorbeeld van strijd over de interpretatie van  de Constitution komt uit de negentiende eeuw. Ten tijde van de Amerikaanse Burgeroorlog waren er in het Zuiden veel politici die betoogden dat de VS een unie was van staten die zich vrijwillig met elkaar hadden verbonden en dat een staat dus ook weer op elk moment gewenst moment uit die unie kon stappen. Lincoln zag dat anders. Kan de federale overheid wetten aannemen, maatregelen treffen die voor elke staat gelden? Gouverneur George Wallace in Alabama dacht daar in 1963 anders over dan president John Kennedy. Een laatste voorbeeld is welke tekst meer gelding zou moeten hebben: de Declaration of Independence waarmee het allemaal begon (“All men are equal enz.”) of de Constitution die daarna kwam?