Ivanka als First Lady?
Abraham Lincoln nam in 1861 bij het begin van zijn
presidentschap een aantal van zijn rivalen in zijn cabinet op. Edward Bates
kwam op Justitie, Salmon Chase op Financiën en William Seward op Buitenlandse
zaken. Insiders verwachtten dat deze ervaren politici de man uit Springfield
(Ilinois) zouden dominerenm maar Lincoln speelde hen tegen elkaar uit. Hij wist
de steun te verwerven van Chase en domineerde hen tenslotte allemaal, omdat hij
gewiekster was en de vooruitziende staatsman bleek te zijn. In 2005 publiceerde
Doris Kearns Goodwin een prachtig boek hierover Team of Rivals. Oliver Stone baseerde er zijn film Lincoln mede op. Toen Barack Obama in
2008 aan zijn presidentschap begon, maakte hij Hillary Clinton, die zijn rivale
voor de Democratische nominatie was geweest, minister van Buitenlandse Zaken. Vicepresident
Joe Biden werd belast met de coördinatie van het buitenlandse en
defensiebeleid, waarbij natuurlijk ook Susan Rice, de ambassadrice bij de
Verenigde Naties betrokken was. Richard Holbrooke werd speciaal afgezant voor
Afghanistan.
Wie zal Trump terzijde staan bij officiële verplichtingen,
bij allerlei evenementen in politiek Washington? Normaliter zou dat zijn derde
echtgenote Melania zijn, maar er wordt geschreven dat zij de rol van First Lady
helemaal niet ambieert en dat zijn dochter Ivanka aan de zijde van haar vader
de rol van ‘First Daughter’ op zich zal nemen. Zij is niet alleen een knappe
verschijning, maar ook een succesvolle zakenvrouw. Haar vader luistert naar
haar; zij weet hoe zij hem moet aanpakken.
Hiervoor is een precedent in de Amerikaanse geschiedenis,
maar dan op een niveau lager, dat van een lid van de regering. Salmon P. Chase
was driemaal binnen tien jaar weduwnaar geworden. Zijn dochter Kate stond hem
in Washington terzijde bij officiële gelegenheden. William Russell, een
journalist van The Times in Londen,
omschreef haar als “zeer aantrekkelijk, prettig in de omgang en levendig”. Ze heeft
“een melodieuze stem, ze houdt haar hoofd een beetje omhoog en heeft een zwakke
bijna neerbuigende glimlach op haar lippen”. Ze was de koningin van politiek
Washington.
Mannen overlaadden haar met complimenten en gingen op hun
knieën voor haar. Hoewel door vele mannen begeerd, sloeg zij alle
huwelijksaanzoeken af en bleef bij haar vader. In 1861 echter ontmoette zij
William Sprague, de gouverneur van Rhode Island. De eerste keer dat ze elkaar
zagen, klikte het meteen. Hij bezat een grote kledingwarenfabriek, verschafte werk aan meer dan
tienduizend arbeiders en beschikte over enorme politieke invloed in zijn staat.
Kate die gewend was te bevelen en gehoorzaamd te worden, was onder de indruk
van dit zelfverzekerd heerschap. Door de burgeroorlog moesten ze hun
huwelijksplannen eerst in de ijskast zetten. Bij de trouwplechtigheid op twaalf
november 1863 waren vijftig genodigden aanwezig waaronder de president en het
hele cabinet. Op de receptie kwamen nog eens vijfhonderd gasten. Er werd
beweerd dat de tiara die zij kreeg van haar aanstaande $50,000 waard was. Helaas
werd het niet alleen maar rozengeur en maneschijn. Sprague zag haar niet als gelijkwaardig
partner en was erg op de penning. Hoewel in het bezit van een miljoenenfortuin had
hij felle kritiek op zo goed als elke uitgave van haar. Zij vroeg zich in haar
dagboek af of hij niet volledig gefixeerd was op geld, dat toch niet meer dan
een hulpmiddel was. Interesses in literatuur, kunst e.d. had hij niet. Hij
begon opnieuw te drinken, wat leidde tot ruzie en als hij weer nuchter was beloftes
om anders te gaan leven enz. Kate vroeg zich af de problemen niet ook aan haar
verwachtingen lagen. “Trots, hartstochtelijk en onverdraagzaam, had ik nooit
geleerd mij te schikken naar anderen”. Na
haar vaders dood in 1873 liep hun huwelijk spaak. Ze begon een affaire met de
senator voor New York Roscoe Conkling. Toen haar man hen betrapte, ging hij
Roscoe achterna met een geweer. Nadat het echtpaar een gewelddadige ruzie had
gehad, waarbij haar man probeerde haar uit het raam van hun slaapkamer te
gooien, vroeg zij scheiding aan. Ze keerde terug naar Washington. Daar overleed
ze in armoede op vijfentachtigjarige leeftijd.