maandag 30 september 2019


Is Angela een ‘manke eend’?

De roes van het begin

Als een Amerikaanse president na lange strijd de felbegeerde toppositie bereikt heeft, begint hij met heel veel politieke macht. In het Amerikaanse systeem heeft de winnaar altijd gelijk. De nieuwe president moet de goede zijn, want “the people can’t be wrong”. Lincoln zei het al in zijn toespraak in Gettysburg in1863: “(…) and that government of the people, by the people, for the people, shall not perish from the earth”. Politici beroepen zich steeds weer op ‘the people’. Dat aan die verkiezingen vaak slechts maar de helft of minder van de bevolking meedoet en dat de onderste dertig procent al helemaal niet aan het verkiezingscircus mee wil doen is een vervelend detail in hun ogen. De nieuwe president wordt positief ontvangen, hij bepaalt het beleid, stelt zijn  ministers aan, vult talloze andere posten met zijn mannen en vrouwen, draagt rechters voor ter benoeming, stelt federale openbare aanklagers aan enz. Daarnaast is hij degene die bepaalt wat er militair gebeurt. Al die nieuwe gezichten in het Witte Huis, op de televisie zijn sowieso verfrissend na acht jaar de beelden van zijn voorganger. Toen Obama was verkozen, was er sprake van euforie: een nieuwe man, een jonge man, een zwarte man met een mooie vrouw, twee schattige dochtertjes en heel veel fraaie ideeën. Hij kon er ook mooi over speechen. Zonder dat hij al veel gepresteerd had, werd hem de Nobelprijs voor de Vrede toegekend!


De ‘lame duck’ president

Laten we bij het voorbeeld van Obama blijven. In 2010 deed hij niet mee, was hij geen kandidaat en toen deden de Democraten het minder, maar in 2012 deed hij mee om herverkozen te worden en toen ging het met de Democraten ook weer beter. Als de president het goed doet bij de kiezers, kun je in zijn ‘slipstream’ meeliften en zo ook gekozen worden. Er straalt wat van zijn glorie op jou af. Johnson werd in 1964 gezien als de uitvoerder van het testament van de een jaar eerder vermoorde John F. Kennedy en versloeg in een landslide de conservatieve Barry Goldwater. In zijn slipstream nam hij een reeks kandidaten voor het Huis van Afgevaardigden mee, die hem diep dankbaar waren. Zo kon hij in de periode 1964 tot 1966 een heleboel progressieve wetgeving door het Huis en de Senaat krijgen. Als de president in jouw district met grote cijfers is gekozen, maar jijzelf met een veel kleinere marge hebt gewonnen, zul je niet gauw tegen je president ingaan. Je kiezers zouden het niet begrijpen en bovendien heb je bij de volgende verkiezingen de steun van je president weer hard nodig. Een sterke presidentskandidaat heeft dus drie keer de troeven in handen. Je hebt hem of haar nodig, omdat hij geld en baantjes te vergeven heeft voor jou en je vrienden en je hebt hem nodig bij de verkiezingen. Heb je een president die uit de gratie is, zoals de jonge Bush in 2006 en 2008 dan wil niemand met hem gezien worden.


Wanneer word je een ‘lame duck’?
Heb je niet veel meer te vergeven aan banen of contracten? Sta je de volgende keer niet meer op de lijst? Kun je dus niemand meer met je meetrekken? Dan dreigt er het ‘manke-eend-gevaar’. Waarom zouden we nog bang voor jou zijn? Jij bent op weg naar de uitgang! Als dan ook nog zowel in het Huis van Afgevaardigden als in de Senaat de andere partij de macht in handen heeft, kun je als president niet veel meer tot stand brengen. Je kunt wel verdragen en overeenkomsten afsluiten, maar als de oppositie ratificatie tegenhoudt, dreigt het gevaar dat het woorden blijven. Je bent een manke eend geworden, echt vliegen kun je niet meer. Angela Merkel heeft haar afscheid al aangekondigd, ze is geen voorzitter meer van haar partij. Regeringsleiders van andere landen hoeven niet zo bang meer te zijn voor wat er zal gebeuren, als ze tegen haar ingaan, want dadelijk is ze toch weg. Hoe Macron haar onlangs aftroefde bij de verdeling van de belangrijke posten in Europa is daar een mooi voorbeeld van. Het antwoord op de vraag in de titel is dus: Ja!!!

dinsdag 17 september 2019


Boris
“He knows no details, has only half the picture in his mind, talks absurdities en makes my blood boil to listen to his nonsense”. “I find it hard to remain civil and the wonderful thing is that ¾ of the population of the world imagine that Winston Churchill is one of the Strategist of History and the other ¼ have no conception what a public menace he is and has been throughout this war!”
Dit komt allemaal uit het dagboek van Field Marshall Alan Brooke, Chief of the Imperial General Staff en als zodanig de belangrijkste militaire adviseur van Winston Churchill. Nigel Hamilton heeft met War and Peace alweer een indrukwekkend boek geschreven. Het is het laatste deel van een trilogie over het militaire leiderschap van Roosevelt in de Tweede Wereldoorlog. Hij geeft een heel positief beeld van Roosevelt en laat met talloze voorbeelden zien dat Churchill als de facto militair leider – hij was zowel premier als minister van Defensie – van Engeland grossierde in plannen die zijn Amerikaanse bondgenoten tot wanhoop dreven.

Kostbare fouten
De landing bij Anzio in januari 1944 liep op een grote mislukking uit. Doel was om Rome te bereiken, maar wat de geallieerden daar nu precies mee op zouden schieten was voor velen een raadsel. Churchill dreef het plan door zonder goede voorbereiding met alle noodlottige gevolgen van dien. Hij pleitte voor een grotere militaire operatie in Italië met de bedoeling om de Duitsers in hun ‘soft underbelly’ te raken. Hoe de geallieerden de Alpen zouden moeten oversteken was alleen hem duidelijk. Toen Roosevelt en Churchill in september 1944 in Quebec bijeenkwamen voor militair beraad, stelde hij voor om een leger te laten landen in Istrië en dan op te trekken naar Wenen. Ook daar liggen hele hoge bergen tussen start en finish en ook dat plan bleef ‘creatief, maar vaag’. In 1916 was Churchill als First Lord of the Admiralty al verantwoordelijk voor de militaire actie van het Engelse leger in 1915 in de Dardanellen, een onmogelijke operatie met 141.000 slachtoffers. Hij trad daarna af, dat wel. Kortom Churchill als militaire leider komt er niet goed vanaf bij Hamilton. Op mijn kast ligt – en staat er nog niet inChurchill, Walking with Destiny, de laatste biografie van Churchill door Andrew Roberts. Ik ben benieuwd hoe hij  van al deze gebeurtenissen en discussies verslag doet.

Andere tijden
In het laatste jaar van zijn leven was Roosevelt sterk verzwakt. Vaak was hij helemaal niet of maar een paar uur per dag in staat te werken. Een aantal keren trok hij zich voor een periode van meerdere weken op het platteland terug ver buiten het bereik van de media. Die media waren toen nog niet zo talrijk als nu en lieten zich uit respect voor de president op afstand houden. Diegenen die hem wel spraken waren zonder uitzondering geschokt door zijn verschijning en gedrag, maar hielden hun mond. Dat zou in onze moderne tijd met mobieltjes in de aanslag en iedereen klaar om te twitteren niet meer mogelijk zijn.

En nu Boris
Dacht u even dat de citaten in het begin op Boris Johnson sloegen? Helemaal vreemd is dat niet, want hij schreef in 2015 met The Churchill Factor een biografie van Churchill en maakt er geen geheim van dat deze zijn grote held en voorbeeld is.

dinsdag 3 september 2019


Edward Kennedy tien jaar geleden overleden

Er zijn verschillende soorten Amerikanen. Je hebt er die veel van de wereld gezien (of vernomen) hebben en mensen voor wie de horizon niet verder reikt dan de uiteinden van God’s own country. Je hebt de mensen aan de East Coast (New York, New England) en de West Coast (Seattle, San Francisco en Los Angeles) en daartussen de ‘fly-over people’, de ‘rednecks’ en de inwoners van de ‘Deep South’. Van de staten van New England is Massachusetts waarschijnlijk het meest bekend. De staat kan bogen op John Adams, die behoorde tot de Founding Fathers en de tweede president van de VS was. Daarnaast geldt het al meer dan vijftig jaar als het voorbeeld bij uitstek van een vooruitstrevende, liberale staat. In 1952 werd John F. Kennedy er gekozen tot lid van de Senaat, zijn broer Edward nam zijn zetel in 1962 over en zou zesenveertig jaar senator blijven tot aan zijn dood op 25 augustus 2009. Slechts twee senatoren in de geschiedenis van de VS, Robert C. Byrd van West-Virginia en Strom Thurmond van South Carolina, waren langer lid. Toen de eerste in mei 2008 hoorde van Kennedy’s dodelijke hersentumor, barstte hij in de vergaderzaal in tranen uit. Veel meer dan John, die de mantel van vooruitstrevendheid na zijn dood omgehangen kreeg, was Edward een echte liberal. Als voorzitter van een subcommissie van de senaatscommissie voor Justitie dwong hij b.v. door volhardend onderzoek af, dat de FBI en het ministerie van Justitie werk maakten van de moord op Orlando Letelier. Deze was in 1973 minister van Binnenlandse Zaken, van Buitenlandse zaken en van Defensie in het Chili van Allende. Na de coup in 1973 verbleef hij een jaar lang in een concentratiekamp. Na internationale druk werd hij vrijgelaten. Op 21 september 1976 werd zijn auto in Washington opgeblazen door een bom geplaatst door agenten van de DINA, de geheime politie van generaal Pinochet; hij en zijn vrouw overleden. Edward Kennedy was een onvermoeibaar strijder voor civil rights, onderwijs, gelijke rechten voor vrouwen, voor verhoging van het minimumloon en voor een ziektenkostenverzekering zoals Obamacare. Hij was tot zijn dood voorzitter van de senaatscommissie voor Health, Education, Labor and Pensions.

Samenwerken over partijgrenzen heen
Wat Kennedy zo effectief maakte als wetgever was zijn vermogen om over de partijgrenzen heen allianties te sluiten. Meer dan nu was de Senaat in zijn tijd een gezelschap van individuen. Wie relaties kon leggen met anderen en in staat was compromissen te sluiten, kon veel bereiken. Ondanks zijn reputatie als vooruitstrevende senator wist hij toch voorstellen op te stellen met belangrijke personen uit het Republikeinse kamp. Belangrijkste voorbeeld daarvan is zijn samenwerking met president George Bush jr. om de onderwijswet No Child Left Behind aangenomen te krijgen. Ook met senator John McCain, de Republikeinse presidentskandidaat in 2008, werkte hij samen. Orrin G. Hatch, de Republikeinse senator uit Utah, was een belangrijk vriend. Trots was hij op het feit, dat hij in 2002 tegen de oorlog in Irak stemde.

Fouten en mislukkingen
Cappaquiddick in 1969 was zijn grootste fout. Hij reed zijn auto het water in, de vrouw in de auto verdronk, hijzelf rapporteerde het ongeluk pas de volgende ochtend bij de politie. Het bleef aan hem kleven. Een mislukking was zijn poging om presidentskandidaat te worden in 1980. Hij nam het op tegen zijn partijgenoot president Carter. Hij slaagde er niet in duidelijk te maken waarom hij president wilde worden. Carter gebruikte de gijzeling in Iran op slimme wijze. Hij voerde nauwelijks campagne, verliet het Witte Huis weinig en straalde zo uit, dat hij het landsbelang diende en niet zijn eigen belang.