woensdag 13 februari 2019


E pluribus unum
Elke vier jaar speelt zich in de Verenigde Staten hetzelfde circus af: een aantal politici strijdt met elkaar om de presidentsnominatie van hun partij. Sommige kandidaten hebben serieuze kansen, anderen willen hun deelbelang eens duidelijk naar voren brengen. Wat mij opvalt is dat deze race naar het Witte Huis steeds eerder lijkt te beginnen. John Kennedy kondigde op 2 januari 1960 in Washington aan dat hij kandidaat was. George McGovern begon zijn campagne aanzienlijk eerder dan januari 1972. Ted Kennedy kondigde zijn kandidatuur voor 1980 tegen de zittende president Jimmy Carter aan in november 1979 in Boston.

De kenners
Die mensen zitten er vaak naast! Om bij het laatste voorbeeld te blijven: lang voordat Ted Kennedy het aankondigde, ging het gerucht al door Washington en de meeste journalisten waren van mening dat hij Carter makkelijk zou verslaan. “I’ll whipe his ass”, zou Carter gezegd hebben, toen hij het gerucht vernam, maar dat werd algemeen als grootspraak afgedaan. Wie had kunnen vermoeden dat Ted Kennedy de herinnering aan het ongeluk bij Chappaquiddick niet van zich af zou kunnen schudden? Wat ook niet hielp was het feit, dat door de opkomst van de feministische beweging er inmiddels heel anders werd aangekeken tegen al dat whomanizing waar de broers zo goed in waren. Kennedy was een beetje als een mooie fles wijn die je ooit cadeau hebt gekregen en uiteindelijk openmaakt, maar te lang hebt laten liggen. Hij belichaamde de herinneringen aan John en Robert en alle niet waargemaakte verwachtingen van toen. De werkelijkheid valt dan doorgaans tegen. In 1976 bedankten Hubert Humphrey en Ted Kennedy voor de eer en zo kwam Jimmy Carter, de totaal onbekende gouverneur van Georgia, bovendrijven. In 1988  was Gary Hart de gedoodverfde presidentskandidaat voor de Democraten. Na de openbaarmaking van zijn affaire met het model Donna Rice stortte zijn campagne in en werd de gouverneur van Massachusetts Michael Dukakis de man die het moest opnemen tegen vicepresident George H. Bush. Het meest recente voorbeeld van een bijzonder verrassende uitkomst van de (voor)verkiezingen is de huidige hoofdbewoner van het Witte Huis. Eerst won hij tegen alle voorspellingen in de nominatie van de Republikeinse partij en vervolgens versloeg hij Hillary Clinton. Ja en in het Witte Huis gebeuren nu elke week zaken die men vroeger voor onmogelijk hield.

Wie van de drie (of meer)?
Er zijn nu al – meer dan anderhalf jaar voor de verkiezingsdag! – flink wat kandidaten bij de Democraten o.a. Elizabeth Warren, Kamala Harris en Amy Clobuchar. Alle drie vrouwen. Is Amerika rijp voor een vrouwelijke president? Is vrouw zijn een voordeel in 2020? Peilingen laten zien dat de huidige hoofdbewoner van het Witte Huis het verbruid heeft bij de vrouwelijke kiezers.

Waar kom je vandaan?
Net zoals een Republikein bij voorbaat Californië en New York al heeft verloren, zo heeft een Democraat niets te verwachten van Texas en de rest van het Zuiden. De verkiezingen worden wel in het hele land gehouden, maar er zijn maar een paar ‘battlegrounds’. Bij het vorderen van de dag (nacht in West-Europa) in november 2016 bleek, dat Hillary in de ‘Rust Belt’ verrast was. Belangrijk in 2020 zou dus kunnen zijn, dat een kandidaat daarvandaan komt of uit het nabijgelegen Midden-Westen. Laatstgenoemde dame uit de reeks in het vorige blok voldoet aan deze eis. Amy Clobuchar is senator voor Minnesota. Ze heeft daar drie keer de race voor de Senaat gewonnen met uitstekende cijfers. In 2018 won zij in 42 districten waar Trump in 2016 had gewonnen! Een bewijs dat ze ook op Republikeinse en onafhankelijke kiezers aantrekkingskracht heeft. Zou zij Wisconsin, Michigan en Pennsylvania voor de Democraten kunnen terugwinnen?