vrijdag 21 juli 2017

Onvermoede overeenkomsten!
In zijn interessante boek De Verenigde Staten in de twintigste eeuw beveelt Maarten van Rossum zijn lezers The Kennedy Imprisonment van Garry Wills aan. Kernthema van dit boek is, dat vader Joe Kennedy een machine bouwde, waarin de zonen en de dochters, de schoonzonen en journalisten, die tot vrienden van de familie werden gemaakt, allemaal meehielpen om er een ’Golden Family’ van te maken. John Kennedy profiteerde van die glans en goede reputatie en zijn broer Robert op zijn beurt van diens nagedachtenis. Robert was de broer die het werk van de te vroeg gestorven president zou voltooien. Tegen de tijd dat de laatst overgebleven broer in 1980 een gooi naar het presidentschap deed, was de magie uitgewerkt en zelfs ballast geworden. Edward werd steeds vergeleken met zijn grote voorbeelden John en Robert en kon alleen maar tegenvallen. Journalisten van wie gebleken was dat ze zich veel te kritiekloos en bewonderend hadden opgesteld tegen John en Robert, wilden hun reputatie herstellen en keken extra kritisch naar Edward.

Garry Wills
Garry Wills heeft over een grote reeks onderwerpen geschreven. Beroemd is zijn Inventing America, waarin hij nagaat wat de opstellers van de Declaration of Independence eigenlijk bedoelden. Daarvoor duikt hij diep in de ideeën van de politieke denkers van de Verlichting. Beroemd is hij ook om Lincoln at Gettysburg, waarin hij uitgebreid ingaat op de omstandigheden waaronder Lincoln zijn toespraak hield. Bovendien analyseert hij de redevoering zelf – een keerpunt in het denken over slavernij in Amerika – heel nauwkeurig. Zo kan ik er nog wel een paar noemen b.v. Nixon Agonistes en Reagan’s America, Innocents at Home.

The fluid presidency
Terug naar het eerdergenoemde boek van Wills The Kennedy Imprisonment. In hoofdstuk 13 gaat hij in op de regeerstijl van Kennedy. JFK was in 1960 erg onder de indruk van het boek Presidential Power van Richard Neustadt. Deze professor betoogde dat beleid en beslissingen niet voorbereid moeten worden door vaste groepen, organen en departementen, maar door wisselende commissies speciaal voor dat doel bij elkaar geroepen. Deze groepen nemen geen besluiten, maar komen met hun voorstellen bij de president en deze beslist. Neustadt noemde dat ‘the fluid presidency’: alle draden komen bijeen bij de president.

Bestrijd je eigen regering!

Kennedy was dus van plan snel en met op maat gesneden groepen te regeren. Ad hoc commissies werden gevormd door voornamelijk leden van de staf van het Witte Huis. Van het departement van Buitenlandse Zaken b.v. had hij geen hoge dunk. Als je die lieden wat vroeg, duurde het weken voor je antwoord kreeg. Kennedy was zijn eigen minister van Buitenlandse Zaken en MacGeorge Bundy de aanjager van voorstellen op dit gebied. MacNamara had vooral tot taak om de generaals te temmen en het geldverslindende defensieapparaat onder controle te krijgen … en nu komt opeens Donald J. Trump in beeld! Zijn minister van Buitenlandse Zaken Rex Tillerson negeert een groot deel van zijn zittende ambtenaren, is met een forse besparing bezig – sommige afdelingen b.v. over mensenrechten zijn flink uitgedund – en maakt geen haast met zijn benoemingen. Trump heeft op alle ministeries mannetjes of vrouwtjes benoemd, die zijn ogen en oren vormen. Ze moeten de minister in de gaten houden en dagelijks rapporteren of er op het ministerie wel gebeurt wat de president wil. De baas van de FBI heeft hij al ontslagen, hij heeft met zowat alle andere inlichtingendiensten ruzie en zijn minister van Justitie is hij deze week openlijk afgevallen Sinds Kennedy hebben veel presidenten beloofd dat zij na hun verkiezing de boel daar in Washington wel eens flink zouden opschudden, Trump doet het. Waarom ook niet? In het zittend ambtelijk apparaat heeft hij weinig vrienden.

vrijdag 7 juli 2017

Een goed voorbereid mens telt voor twee!
Trump en Poetin zullen elkaar vandaag in Hamburg in de marge van de G20-top ontmoeten. Volgens zijn veiligheidsadviseur, generaal H.R. McMaster, heeft de president ‘geen specifieke agenda’. “Waar de president het over wil hebben, dat wordt het.”
Dat klinkt niet goed. Op 1 mei 1960 werd de Amerikaan Gary Powers in zijn spionagevliegtuig boven Rusland neergeschoten. Chroesjtsjow onthulde dat met een goed gevoel voor timing enige tijd later. Op de top van de grote Vijf in Parijs daarna eiste hij excuses van Eisenhower. Toen deze daar niet toe bereid bleek, ging de top als een nachtkaars uit. De les was: als er geen goed voorwerk gedaan is, als je het niet over een paar zaken met elkaar eens bent of als er niets te ondertekenen valt, kom dan niet bij elkaar.

Wenen 1961
Chroesjtsjow wilde John Kennedy graag ontmoeten en Kennedy ging op de uitnodiging in. Bij zijn vertrek naar Europa citeerde hij William Lloyd Garrison, een abolitionist: “I am in earnest, I will not equivocate, I will not excuse, I will not retreat a single inch and I will be heard!” Na een succesvol bezoek aan de Gaulle in Parijs – met een echtgenote die vloeiend Frans sprak! – was het zo ver. Het eerste topoverleg vond plaats in de residentie van de Amerikaanse ambassadeur in Oostenrijk. Beide leiders hadden hun belangrijkste medewerkers meegenomen: aan Amerikaanse zijde Rusk, Thompson, Bohlen en Kohler, aan Russiche zijde Gromyko, Menshikov en Dobrynin.
Kennedy was geen partij voor de sluwe vos Chroesjtsjow. In de communistische partij moest je om carrière te maken in die tijd meedogenlozer en handiger zijn dan anderen. Wat ze allemaal beheersten was redeneren op basis van het marxisme-leninisme; de grote jongens hadden zelfs de hogere partijschool in Moskou doorlopen. Kennedy daarentegen was zo ver gekomen, omdat hij een goed verkoopproduct was (jong, knap, knappe echtgenote, sportief, oorlogsheld). Zijn vader financierde zijn campagnes met heel veel geld en politieke handigheidjes. Een voorbeeld daarvan: JFK’s eerste campagne ging om een zetel in het Huis van Afgevaardigden in 1946. Pa Kennedy gooide er 250.000 dollar tegenaan – tienmaal  het gemiddelde bedrag voor een dergelijke campagne in die tijd - en splitste de stemmen voor een belangrijke tegenkandidaat door een man met dezelfde naam tegen betaling op een lijst te zetten.
Al snel in de eerste ontmoeting raakte Kennedy in het defensief. Hij wilde het risico van een kernoorlog tussen de beide grootmachten uitsluiten en stelde daarom voor de machtsbalans en de verdeling van de wereld in invloedssferen wederzijds te accepteren. Chroesjtsjow vroeg hem of hij zo een dam wou opwerpen tegen de ontwikkeling van de menselijke geest. Beide systemen zouden volgens hem moeten concurreren en het beste systeem zou winnen. Zo kwam Kennedy in de positie van de leider die traditionele invloedssferen, kolonialisme en dictaturen zoals Spanje en Portugal verdedigde, terwijl de man tegenover hem zich voor revolutie (b.v. Castro!) en verandering uitsprak. Kennedy kwam na een uur bleek naar buiten; zijn adviseurs die er zwijgend bij hadden gezeten waren geschokt, dat hij zich zo door zijn tegenstander in de hoek had laten drijven.

Londen
Op weg naar huis deed hij Londen aan deels om privé redenen: de doop van het eerste kind van de zuster van Jackie. Het officiële deel bestond uit een diner met koningin Elizabeth en een gesprek over de top in Wenen met Harold MacMillan, de Britse premier. Deze zag aan zijn gast, dat hij niet in de stemming was voor het geplande overleg met een dozijn adviseurs aan beide zijden van de vergadertafel. Dus werd het een gesprek tussen beide regeringsleiders alleen met een paar sandwiches en wat whisky. MacMillan omschreef zijn gast als ‘verbluft en verbijsterd, overweldigd door de meedogenloosheid en barbaarsheid van Chroesjtsjow.’

Kennedy klaagde zelfs over de manier waarop de pers in Wenen had geschreven over Jackie: ‘Hoe zou jij reageren als iemand zou zeggen: “Lady Dorothy (MacMillans echtgenote) is een zuipschuit?”.’  MacMillan antwoordde: ‘Ik zou zeggen: “Je had haar moeder moeten zien!”.’