Wat is een ‘faithless elector’ en mag je een wapen dragen?
In Amerika word je president door de meeste electorale
stemmen te winnen. Alle kiesmannen worden geacht hun stem uit te brengen op de
kandidaat die hun staat gewonnen heeft.
Art Sisneros is een kiesman in Texas die heeft overwogen
zijn stem niet op Trump uit te brengen (dan zou hij een ‘faithless elector’ zijn
geworden). Nadat hij had vastgesteld dat hij niet op Trump kon stemmen, heeft
hij zijn mandaat als kiesman teruggegeven. In een uitvoerig stuk op zijn
website legde hij uit waarom.
Hij stelt dat christenen in een moeilijke positie verkeren.
Kunnen zij stemmen op iemand van wie het twijfelachtig is of hij wel het echte
geloof belijdt? Trump heeft, zo zegt hij, dingen gedaan die te onfatsoenlijk zijn
om te beschrijven, maar dat geldt ook voor Clinton. Hij gaat dan verder met
citaten uit de Bijbel, omdat die voor hem maatgevend is voor wat wel en niet te
doen. Ofschoon dat voor hem duidelijk het zwaarste weegt, ga ik op dat deel van
zijn argumenten verder niet in.
Hij besteedt ook veel tijd aan zijn standpunt over de
functie van het Electoral College en dan zijn we terug bij de vraag wat de Founding
Fathers bedoelden. Nu die bedoelden wel degelijk, dat de kiesmannen zouden
bekijken of een kandidaat geschikt was voor het hoge ambt. Hamilton en anderen
formuleerden daar een reeks eisen voor: het moest een gekwalificeerde kandidaat
zijn, voorkomen moest worden dat een demagoog of een charlatan werd gekozen en
het mocht ook niet iemand zijn die onder buitenlandse invloed stond. Sisneros haalt
ook het onderscheid tussen een democratie en een republiek aan. In een democratie,
zo zegt hij, regeert het volk direct, in een republiek doen dat de vertegenwoordigers
van het volk en die hebben een eigen taak.
Natuurlijk is Sisneros’ standpunt anno 2017 onhaalbaar. De oplossing
voor de tegenstelling tussen een meerderheid behalen bij de kiesmannen en een
minderheid van het totaal aantal stemmen zoals bij Trump vs. Clinton ligt niet
in het oppoetsen van de positie van de kiesmannen (en –vrouwen). We leven niet
meer in de achttiende eeuw.
Interessant om te vermelden is dat dit weer een voorbeeld is
van de voortdurende interpretatiestrijd in de VS over de Constitution. Sommigen
– vaak ter rechterzijde – vinden dat deze letterlijk geïnterpreteerd moet
worden. Dus als er staat dat mensen wapens mogen dragen, dan mogen ze wapens
dragen. Dat ‘to bear arms’ verwijst naar de militaire dienst (gebaseerd op het
Latijnse ‘arma ferre’) willen ze niet horen. ‘To bear arms’ slaat dus niet specifiek
op pistolen of geweren, maar op al het militaire materiaal ook b.v. voor de
oorlog op zee. De steden kregen het recht om in een arsenaal wapens te bewaren
voor het geval de overheid onrechtmatige actie tegen de burgers zou ondernemen.
Wat voorstanders van het recht om een wapen te dragen – een gevoelig onderwerp
in de strijd tussen Clinton en Trump – ook doen is de documenten uit de
begintijd van de VS plunderen op zoek naar zinsdelen die hun standpunt bevestigen.
Ze citeren dan b.v. triomfantelijk ‘the right to bear arms for the defense of
themselves’ en vergeten dan de rest van die zin ‘and their own state or the
United States’. Let op dat er steeds gebruik wordt gemaakt van het meervoud
b.v. ‘arms’.
Een ander voorbeeld van strijd over de interpretatie
van de Constitution komt uit de
negentiende eeuw. Ten tijde van de Amerikaanse Burgeroorlog waren er in het
Zuiden veel politici die betoogden dat de VS een unie was van staten die zich
vrijwillig met elkaar hadden verbonden en dat een staat dus ook weer op elk
moment gewenst moment uit die unie kon stappen. Lincoln zag dat anders. Kan de
federale overheid wetten aannemen, maatregelen treffen die voor elke staat
gelden? Gouverneur George Wallace in Alabama dacht daar in 1963 anders over dan
president John Kennedy. Een laatste voorbeeld is welke tekst meer gelding zou
moeten hebben: de Declaration of Independence waarmee het allemaal begon (“All
men are equal enz.”) of de Constitution die daarna kwam?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten