donderdag 20 april 2017

Een nieuw kapsel, daarvoor moet je ver reizen!
In deze gevaarlijke tijden, waarin Noord-Korea kernwapens wil ontwikkelen en dreigt met het afschieten van raketten, die Amerika zouden kunnen treffen en Trump van zijn kant zegt klaar te zijn voor een militaire reactie, is het interessant om aandacht te besteden aan William Perry. Toen de Amerikanen in 1962 ontdekten dat de Russen raketten op Cuba hadden gestationeerd, werd de jonge ingenieur William Perry onmiddellijk vanuit Californië naar Washington gevlogen om te helpen bij het analyseren van de foto’s genomen door Amerikaanse U-2 vliegtuigen.

James Earl Carter
Toen Jimmy Carter in 1976 won van Gerald Ford, benoemde hij William Perry tot onderminister van Defensie speciaal belast met het ontwikkelen van de ‘offset strategy’. De Russen hadden op conventioneel gebied een geweldig overwicht op de Amerikanen en dat moest met technologische middelen gecompenseerd worden. Dat betekende niet nieuwe en betere kernwapens, maar slimmere conventionele wapens, waardoor de VS op het ‘gewone’ slagveld toch de overhand zouden hebben. Daarvoor zochten ze aansluiting bij slimme digitale nieuwigheden zoals b.v. sensoren. Het eerste kunststukje was de Stealth bommenwerper, de F-117. Dit aanvalsvliegtuig was op de radar niet groter dan een vogeltje en kon zo onopgemerkt vijandelijk gebied binnendringen. Het tweede kunststukje, nauw verwant hieraan, was de kruisraket, ook wel Tomahawk genoemd. Een derde revolutionaire innovatie was het G(lobal) P(ositional) S(atellite) systeem. Voor het eerst in een oorlog toegepast in operatie Desert Storm in Irak door George Bush is het nu ook voor ons een onmisbaar middel geworden. Bent u gecharmeerd van het kapsel van Kim Jong Un, tik dan het adres van zijn kapper in uw Tom Tom in en u komt er wel!

Buiten en toch een beetje binnen
Amerikaanse verkiezingen leiden wel tot (accent)veranderingen, maar tegelijkertijd is zeker het buitenlands beleid in handen van een brede groep politici, managers van ondernemingen die voor de CIA en het leger werken en adviseurs. Ook op universiteiten zijn er heel wat lieden die hun brood verdienen door voor Defensie te werken; anderen werken voor b.v. een grote denktank zoals het Brookings Instituut. In1980 werd Perry lid van Track 2. Dat was een club van insiders die weliswaar geen lid zijn van de regering of bij de partij horen die aan de macht is, maar toch veel kennis en invloed hebben. Buitenlandse mogelijkheden vinden het belangrijk ook leden van zo’n organisatie te ontvangen, want over vier of acht jaar kunnen de bordjes weer verhangen zijn. Bij een bezoek aan 1988 in Moskou - Gorbatsjov is de baas geworden – valt hem op, dat de pittigste discussies niet plaatsvinden tussen Amerikanen en Russen, maar binnen de Russische delegatie! Bij een theaterbezoek enige tijd later in Tallinn hoort hij hoe een bezoekend Fins koor de Finlandia hymne van Sibelius zingt gevolgd door het Estlands nationaal volkslied. Dat laatste was eigenlijk verboden! Grote veranderingen waren op komst!

Een reis langs de afgrond

De memoires van Perry uit 2015 zijn getiteld My Journey at the Nuclear Brink. Eerst helpt hij om het nucleaire arsenaal op te bouwen als directeur van de Electronic Defense Laboratories in wat later Silicon Valley in Californië zou gaan heten. Hij gaat daarmee door als onderminister van Defensie onder Carter en later minister van Defensie onder Bill Clinton. Na zijn afscheid van de actieve politiek start hij op zijn oude dag samen met o.a. Henry Kissinger, George Schultz en Sam Nunn het Nuclear Security project. Deze organisatie heeft tot doel om het bewustzijn van de gevaren van kernwapens te vergroten en de spanningen tussen de grootmachten te verminderen om zo een kernoorlog te voorkomen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten