vrijdag 12 juli 2019


Kun je de vijand geloven?
Een oorlog wordt gewonnen met manschappen, wapens zoals tanks en vliegtuigen, generaals met strategisch inzicht, een thuisfront dat achter de troepen staat enz. Veel minder zichtbaar, maar van wezenlijk belang zijn de inlichtingendiensten met hun spionnen ter plaatse en met hun afluisterapparatuur, waarmee ze diep in het vijandelijk gebied de communicatie van de vijand onderscheppen. Natuurlijk is die informatie in meer of mindere mate versleuteld wat betekent dat je de codes van de ander moet trachten te kraken. Lukt dat zonder dat de ander dat beseft dan heb je beet! Max Hastings heeft met The Secret War hierover een fascinerend boek geschreven.

De afluisteraars
De Amerikanen hadden de CIA, de Russen de KGB, de Duitsers hadden de Abwehr en de Engelsen hadden alle knappe koppen van Oxford en Cambridge enz. tijdelijk ingelijfd in het leger. Wanneer Hastings hun werkwijzen met elkaar vergelijkt, valt hem op dat in Rusland en Dutsland de wetenschappers die in het leger moesten meedoen ook de militaire procedures moesten volgen, terwijl de Engelsen en Amerikanen hun extra mankracht veel meer vrijheid gaven bij het gebruik van hun hersens. Als het gaat over de Engelsen dan denkt u natuurlijk aan Bletchley Park, een “ugly Victorian pile of bastard architectural origins” zo’n zestig kilometer buiten Londen, Enigma en Alan Turing.

Ik weet …, maar jij weet dat niet!
Het breken van een code b.v. van de Duitse marine was altijd een combinatie van mathematisch vernuft (en veel zweet in een achterafkamertje) en geluk. In de winter en het voorjaar van 1941 stegen de Britse verliezen op zee ten gevolge van Duitse duikbootaanvallen tot alarmerende hoogte. Op 23 februari 1941 overvielen Engelse commando’s op de Lofoten eilanden een Duitse trawler en namen daarbij onderdelen van een codeerapparaat in beslag. Hierna ging de Britse marine doelbewust op jacht naar Duitse trawlers die informatie over het weer verzamelden tussen IJsland en Jan Mayen. Overvallen op deze schepen leverden nuttig materiaal op. Geluk en veel moed zorgden voor buit die de doorslag zou geven. Op 9 mei 1941 dwong een eenheid die een konvooi begeleidde de U-11 naar het oppervlak. Een groep o.l.v. tweede luitenant David Balme nam de duikboot in beslag en verhinderde dat de Duitse bemanning het schip alsnog zou laten zinken. De buit: documentatie over het codeersysteem dat de Duitse marine op dat moment gebruikte. De vondst van deze harde informatie – tot het einde van de oorlog geheim gehouden - gecombineerd met het intellect in Bletchley Park gaf de geallieerden een geweldige voorsprong. Je kunt wel de schepen hebben, maar als je niet weet waar de vijand zich bevindt, heb je niet veel aan een materieel overwicht op zee.

Stalins argwaan
Hadden de Russen de Duitse aanval in 1941 kunnen zien aankomen? Ja, dat hadden ze. Stalin werd door geheim agenten, zijn ambassadeur in Berlijn en vele anderen gewaarschuwd dat er iets op komst was. Op 17 juni werden twee inlichtingenfunctionarissen, Merkulow en Fitin om 12.00 u. ’s middags door Stalin in het Kremlin ontvangen. Deze  achtte hun bronnen niet geloofwaardig; hij beschouwde het hele verhaal als misinformatie door de Duitsers opzettelijk in de wereld gebracht. Daarmee waren al hun agenten verdacht. Zij zelf vreesden weldra geëxecuteerd te zullen worden. Zo snel kon het gaan, als de baas jou en je agenten niet meer vertrouwde. Beria  gaf alvast orders om veertig functionarissen van de NKVD die deze informatie hadden doorgegeven te laten afvoeren naar een werkkamp.

Hoe kon dit zo gebeuren?
Stalin had spionnen in Bletchley Park en wist dat de Engelsen toegang hadden tot geheime Duitse documenten.  Hij had groot ontzag voor het oordeel van de Britten en die waren op dat moment allemaal nog – met uitzondering van Churchill – van mening dat er GEEN invasie te verwachten was.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten