Kun je de vijand geloven?
Een oorlog wordt gewonnen met manschappen, wapens zoals
tanks en vliegtuigen, generaals met strategisch inzicht, een thuisfront dat
achter de troepen staat enz. Veel minder zichtbaar, maar van wezenlijk belang zijn
de inlichtingendiensten met hun spionnen ter plaatse en met hun
afluisterapparatuur, waarmee ze diep in het vijandelijk gebied de communicatie
van de vijand onderscheppen. Natuurlijk is die informatie in meer of mindere
mate versleuteld wat betekent dat je de codes van de ander moet trachten te
kraken. Lukt dat zonder dat de ander dat beseft dan heb je beet! Max Hastings
heeft met The Secret War hierover een
fascinerend boek geschreven.
De afluisteraars
De Amerikanen hadden de CIA, de Russen de KGB, de Duitsers
hadden de Abwehr en de Engelsen hadden alle knappe koppen van Oxford en
Cambridge enz. tijdelijk ingelijfd in het leger. Wanneer Hastings hun
werkwijzen met elkaar vergelijkt, valt hem op dat in Rusland en Dutsland de wetenschappers
die in het leger moesten meedoen ook de militaire procedures moesten volgen,
terwijl de Engelsen en Amerikanen hun extra mankracht veel meer vrijheid gaven bij
het gebruik van hun hersens. Als het gaat over de Engelsen dan denkt u
natuurlijk aan Bletchley Park, een “ugly Victorian pile of bastard
architectural origins” zo’n zestig kilometer buiten Londen, Enigma en Alan
Turing.
Ik weet …, maar jij weet dat niet!
Het breken van een code b.v. van de Duitse marine was altijd
een combinatie van mathematisch vernuft (en veel zweet in een achterafkamertje)
en geluk. In de winter en het voorjaar van 1941 stegen de Britse verliezen op
zee ten gevolge van Duitse duikbootaanvallen tot alarmerende hoogte. Op 23
februari 1941 overvielen Engelse commando’s op de Lofoten eilanden een Duitse trawler en namen daarbij onderdelen van
een codeerapparaat in beslag. Hierna ging de Britse marine doelbewust op jacht
naar Duitse trawlers die informatie over het weer
verzamelden tussen IJsland en Jan Mayen. Overvallen op deze schepen leverden
nuttig materiaal op. Geluk en veel moed zorgden voor buit die de doorslag zou
geven. Op 9 mei 1941 dwong een eenheid die een konvooi begeleidde de U-11 naar
het oppervlak. Een groep o.l.v. tweede luitenant David Balme nam de duikboot in
beslag en verhinderde dat de Duitse bemanning het schip alsnog zou laten
zinken. De buit: documentatie over het codeersysteem dat de Duitse marine op
dat moment gebruikte. De vondst van deze harde informatie – tot het einde van
de oorlog geheim gehouden - gecombineerd met het intellect in Bletchley Park gaf
de geallieerden een geweldige voorsprong. Je kunt wel de schepen hebben, maar
als je niet weet waar de vijand zich bevindt, heb je niet veel aan een
materieel overwicht op zee.
Stalins argwaan
Hadden de Russen de Duitse aanval in 1941 kunnen zien aankomen?
Ja, dat hadden ze. Stalin werd door geheim agenten, zijn ambassadeur in Berlijn
en vele anderen gewaarschuwd dat er iets op komst was. Op 17 juni werden twee
inlichtingenfunctionarissen, Merkulow en Fitin om 12.00 u. ’s middags door
Stalin in het Kremlin ontvangen. Deze
achtte hun bronnen niet geloofwaardig; hij beschouwde het hele verhaal
als misinformatie door de Duitsers opzettelijk in de wereld gebracht. Daarmee
waren al hun agenten verdacht. Zij zelf vreesden weldra geëxecuteerd te zullen
worden. Zo snel kon het gaan, als de baas jou en je agenten niet meer
vertrouwde. Beria gaf alvast orders om
veertig functionarissen van de NKVD die deze informatie hadden doorgegeven te
laten afvoeren naar een werkkamp.
Hoe kon dit zo gebeuren?
Stalin had spionnen in Bletchley Park en wist dat de
Engelsen toegang hadden tot geheime Duitse documenten. Hij had groot ontzag voor het oordeel van de
Britten en die waren op dat moment allemaal nog – met uitzondering van
Churchill – van mening dat er GEEN invasie te verwachten was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten