Sprookjes uit de vorige eeuw
Zaterdagavond jl. de tweede aflevering
van de serie over de Kennedy’s bekeken: een mooi verhaal met plaatjes. Men
houdt zich in grote lijnen aan de officiële versie en laat onwelgevallige zaken
weg of vermeldt ze maar voor 50% of minder. Een paar voorbeelden.
De verkiezingsstrijd in 1952
In het deel over de strijd om de
senaatszetel van Massaschusetts in 1952 is er veel aandacht voor de teaparty’s
en de jurken met zijn naam erop die zijn zussen droegen. Dat vader Kennedy vlak
voor de verkiezingsdatum de belangrijke conservatieve noodlijdende krant The Boston Post in het geheim een lening
gaf van $500.000 - waarna deze prompt in een hoofdredactioneel commentaar JFK
aanbeval - vermeldt men niet.
Men vertelt dat JFK in 1956 naar
Frankrijk ging om zijn vader daar te bezoeken en vervolgens met een paar
vrienden wat te zeilen. Men vertelt niet, dat dat ‘zeilen’ betekende elke dag
in een andere haven aanleggen voor verse proviand en verse dames. Wat is dat
voor een echtgenoot die zijn hoogzwangere vrouw in Amerika verlaat? Wanneer hij
het bericht van haar miskraam verneemt, keert hij pas na een paar dagen terug.
Hij zelf ziet er aanvankelijk de zin niet van in (hij zag niet wat hij er nog
aan kon doen!), maar vrienden overtuigen hem dat hij terug moet om zijn
huwelijk te redden. Wil hij ooit president worden dan moet hij de indruk
wekken een zorgzaam echtgenoot te zijn. Vanwege zijn presidentiële aspiraties
gaat hij terug, niet om Jackie bij te staan. Wekt het verbazing, dat Jackie na
haar miskraam naar het huis van Robert gaat en niet naar haar ‘eigen’ huis?
Eigenlijk niet met zo’n man als echtgenoot.
Dat hij in 1957 de Pulitzer Prize krijgt
voor een boek, dat hij niet zelf geschreven heeft, komt helemaal niet aan de
orde. Zijn trouwe medewerker Ted Sorensen had het voorwerk gedaan en Profiles
of Courage grotendeels geschreven. Sorensen heeft lang volgehouden dat het
echt van zijn baas was, maar gaf in zijn laatste boek toe, dat hijzelf de
auteur was geweest.
Aan het eerste televisiedebat wordt
terecht veel aandacht besteed. Men vertelt wel, dat JFK veel beter overkwam dan
Nixon, maar niet, dat publiek dat het debat op de radio had gevolgd – en zich
alleen baseerde op de inhoud - in grote meerderheid Nixon tot winnaar
verklaarde.
Fraude in Texas
Robert Caro laat in The Passage of Power,
het vierde deel van zijn prachtige biografie van Johnson, zien dat er heel veel
aanwijzingen zijn voor fraude in Texas in 1960 onder regie van Johnson. Kennedy
had de electorale stemmen van de ‘Solid South’ heel hard nodig. Johnson wist
hoe je verkiezingen naar je hand kon zetten. Dat had hij m.n. in 1948 al
gedaan. Zijn nipte overwinning toen op Coke Stevenson leverde hem de bijnaam
‘Landslide Johnson‘ op. Caro laat met een reeks voorbeelden zien, dat
onwaarschijnlijk veel kiezers van mening veranderd waren in vier jaar. Waar zij
in 1956 met overgrote meerderheid op Eisenhower stemden, waren zij nu
plotseling voorstanders van Kennedy. In b.v. het district van Antonio was er in
1956 een meerderheid van 12.000 voor Eisenhower. In 1960 had Kennedy een
meerderheid van 19.000. Wie wilde protesteren tegen de uitslag in Texas, kon
zich wenden tot het kiesbureau van de staat Texas, waarin zaten Gouverneur
Price Daniel, minister van Justitie Will Wilson en de voorzitter van het
kiesbureau, de ‘minister van Buitenlandse zaken’ Zollie Steakley. Allemaal
DEMOCRATEN! De laatste verklaarde dat de Texaanse wetten hen geen bevoegdheid
gaven onderzoek te doen, de hoorzittingen werden verdaagd tot na 19 december,
de dag waarop de kiesmannen in Washington Kennedy en Johnson officieel tot
president en vicepresident kozen.
Je moet er wel tegen kunnen!
Waarom geeft men zo’n incompleet beeld?
Omdat het Amerikaanse publiek de waarheid niet wil horen. Omdat sponsors
degelijke programma’s niet sponsoren. Omdat men er geen belang bij heeft. De
eerste grote kritische biografie van JFK kwam van de hand van een
buitenstaander, de Engelsman Nigel Harrington. De familie schrok zo van wat hij
- allemaal gedocumenteerd- over hun held beweerde, dat hij voor het
schrijven van deel 2, de geschiedenis van 1946 tot 1963, niet meer werd
uitgenodigd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten